Voor de powwow van Winterswijk heb ik Kornelia een beetje bijgestaan door wat te vertellen over een typisch grensoverschrijdend en horny fenomeen als de midwinterhoorn. Omdat pasen en pinksteren toch niet op één dag willen vallen, ging het dus maar over een lokaal kerstgebruik. Het voorbreidende document werd redelijk lang en misschien vindt iemand het leuk iets te lezen over deze hoorn, al moet ik zeggen dat het vanwege een beperkt aantal bronnen hier en daar wat vaag, speculatief en t... See more Voor de powwow van Winterswijk heb ik Kornelia een beetje bijgestaan door wat te vertellen over een typisch grensoverschrijdend en horny fenomeen als de midwinterhoorn. Omdat pasen en pinksteren toch niet op één dag willen vallen, ging het dus maar over een lokaal kerstgebruik. Het voorbreidende document werd redelijk lang en misschien vindt iemand het leuk iets te lezen over deze hoorn, al moet ik zeggen dat het vanwege een beperkt aantal bronnen hier en daar wat vaag, speculatief en toeterzat overkomt. Juistheid is niet gegarandeerd voor zo'n hemelbestormend onderwerp dat op Donarsdag op het internet komt. Wat Powwow-beeldmateriaal: http://www.youtube.com/watch?v=q8BOXThY1jU http://www.youtube.com/watch?v=XMiTxIXRHrk http://www.youtube.com/watch?v=7za7NZFNMGw http://www.youtube.com/watch?v=-GXGQWi_9vY http://www.youtube.com/watch?v=FNFi7_a1N24 http://picasaweb.google.nl/HenkPeelen/PowwowWinterswijk20070512 Een oud gebruik nieuw leven inblazen DE MIDWINTERHOORN D’olde roop “Et sucht un klagt un huult nu weer al kwammt ut feere Tieden her” Afbeelding1: zicht op Winterswijk (lokaal: Wenters of Winterswiek) door een werk van Mondriaan, die er een tijdje woonde Inhoudsopgave 1) De naam midwinterhoorn 2) Soortgelijke ietwat primitieve hoorns 3) Begingeschiedenis van het oudste mobieltje 4) Ontwikkeling vanaf circa 1700 5) Functies 6) Verspreidingsgebied: inkrimping in 1700-1945 en uitbreiding 1948-2007 7) Eventuele vragen voor de experts van de darpboerblaozers 8) Geluidsfragmenten en andere internetsites 9) Vallen pasen en pinksteren misschien toch op één dag? 1) De naam midwinterhoorn Vroeger had men slechts twee seizoenen: zomer en winter Zomer: Sanskriet sama = jaar Winter: Oud Kerkslavisch: vetru ~ wind: wind, waaien, weer (weder, wetter, weather) 21 september – 21 maart Aanvankelijk had je eigenlijk slechts de woorden “jaar” en “winderig/weer”. Zomer was het centrale begrip, en winter was een veel miner belangrijk (en ietwat negatief) begrip. Midwinter was het midden daarvan, 21 decembere meest sombere dag, maar ook het begin van een nieuw jaar. Later voegde men nog twee jaargetijden in. · Lente = lengende dagen; of voorjaar = voorste gedeelte van het jaar · Herfst: Grieks karpos, Latijns carpere (kar vol peren?) = oogst (Engels: harvest) Hiermee werd de winter beperkt to 21 december – 21 maart. Daarmee valt het begrip midwinter aan het begin van de winter, hoewel het uiteraard ook af en toe wel wordt gebruikt voor circa 4 februari. (Het woord namiddag kent een soortgelijke ontwikkeling. Ooit was het de periode na het midden van de dag: 12:00 – 18:00 uur. Nu klinkt het gebruik archaïsch en wordt het ook wel gebruikt voor de tweede helft ervan.) Het volgordenummer van de jaargetijden verraadt nog dat de huidige winter als staart van het jaar wordt gezien: 1 voorjaar: ~ voorste gedeelte van het jaar 2 zomer: ~ jaar 3 herfst: ~ oogst 4 winter: ~ winderig weer Midwinter: eigenlijk 21 december, ook wel een beetje 25 december. Relatie 21 en 25 december. midden van de winter: 4 februari Hoorn komt van uitsteeksel op het hoofd (Latijn cornu), en is gerelateerd aan hersenen en horen. Verder verwant aan Engels corner. Verder vind je het begrip in veel plaatsnamen met horn, hoorn, herne, heurne, bijvoorbeeld Uithoorn, Terherne, Zuidhorn, Brinkheurne. Zo komen we dus aan het woord midwinterhoorn, ook wel schalmei. 2) soortgelijke ietwat primitieve hoorns A) Naam B) Gelijkenis met midwinterhoorn C) Archelogische vondst D) Aantal exemplaren E) Regio F) Tijd G) Functie H) Materiaal I) Lengte J) Plaats mondstuk: U = uiteinde; O = opzij K) Tonen A) naam B) C) D) E) regio F) tijd G) functie H) materiaal I) J)0 K) Tonen 1) Ding,rang-dung Tibet meditatief Koper 100 - 400 U 2) Beenhoorn Tibet Dijbeen van mens U 3) Blaasschelp, schelphoorn, shanka, sangoe, hakgedië Srilanka,Tibet Hindoe- en Boedha-tempels: voor gebed en meditatief; geluid verkondigt de glorie van de heilige naam. Bruiloften; nieuwe regering Schelp U Harde toon 4) Wulk, kinkhoorn Noordwest Europa Vissers meldden hun aankomst in de haven Schelp U 5) Sjofar, hoorn van ram of antiloop Israël ~ 2000 vC Tempel, militair, bevolking bijeenroepen; aanwezigheid van God Dier U 6) Dwarshoorn, wisenthoorn Dordogne, Frankrijk (Venus van Laussel) 20.000 vC Muziekinstrument, of misschien toch een drinkhoorn? Dier O 7) Schepershoorn, runderhoorn + Boeren informeren wanneer de schapen de hei op gingen of terug kwamen Dier U 8) Bakkershoorn, runderhoorn + Mensen informeren wanneer brood klaar was Dier U 9) Boerhoorn, runderhoorn, jachthoorn(vaak koehoorn) + ~1250aanvankelijk koehoorn. Voorloper van midwinter-hoorn? Bevolking bijeenroepen voor collectief werk, vergadering of naoberplicht, aandacht voor het dorpsnieuws of begin / einde van oogst. Ook bij de jacht runderen imiteren opdat deze “zich zouden verraden” Koe, later ook hout en koper 40 cm of zo? U Maximaal 2 10) Buffelhoorn (hoorn van oeros) Afrika, Ameland Dier U 11) Koedoehoorn + Zimbabwe Signaalhoorn van Afrikaanse krijgers, gelijk aan sommige sjofars, in gebruik als strijdhoorn Dier: koedoe (kudu) is antiloop U 12) Soedanhoorn ++ Afrika Hard hout, antilopen-leer. Wordt op zelfde manier gemaakt als midwinter-hoorn O Mooi harde, volle toon, lijkt wel wat op toon van didgeridoo 13) Kvalsund megafoon + Ja 1 Noorwegen 0 Communicatie, stemversterker, ritme aangeven Hout < 100 U 14) Lure + Ja Vooral Scandinavië, maar ook Romaanse + Germaanse wereld 2000 vC, vondst: 400 Hout, nu ook koper, 7-8 15) Didgeridoo ++ Australië Hout U 16) ligawka. ++ Polen Hout, touw U 17) Westerburger hoorn ++ ja 1 Westerburg (Oldenburg) Duitsland ~ 1250 Eik 52 U g-klank 18) Midwinter-hoorn +++ Nederland, Duitsland 0 Hout 100 – 600, gem. 1,70 O 7-8 19) Alpenhoorn +++ Zwitserland, Duitsland ~ 1500 Door-ontwikkeling van midwinter-hoorn, langer Hout > 300 O 20) Zink, sierhoorn, hoorn cornettino Midden-Oosten, Europa Door-ontwikkeling van rieten fluit met gaatjes (Mesopotamië). Voorloper van blokfluit Hout, peer, leer (afwerking) U Natuurtonen en chromatische tonen 21) “Becan”-hoorn Ja 1 ~ 1000 voorloper van kromhoorn en klarinet Hout + bronzen “lint” + metalen mondstuk 192 cm U 22) Houten hoorn ++ Ja 1 Ierland ~ 750 Taxus, mondstuk brons, versieringen brons 58 U 23) Bazuna & trombita Polen Hout U 24) Schorshoorn, toethoorn, tuuthoorn, waldhoorn, blaashoorn, schors, scharmei, toeter, poeper, hoep, hoppe, fephoorn, Vlaanderen, Drenthe Spelen Lijsterbes of ander hout U Afbeelding 2: carnyx Afbeelding 3: lure Afbeelding4: midwinterhoorn 3) Begingeschiedenis van het oudste mobieltje 2.1 Het oudste mobieltje Circa 6000 jaar geleden kwamen de eerste runderhoorns, en 5000 jaar geleden de bronzen hoorns. Alle hoornen hadden een verschillend geluid, zodat je aan het geluid van de hoorn kon horen wie er riep en van welke bedoeinenstam of uit welk dorp hij / zij was. Al met al wist men met deze primitieve hoornen vrij breed te communiceren. Het lijkt aannamelijk dat de hoornen de volgende functies hadden (de vijf punten vertonen uiteraard overlap). A) Communicatie voor indicatie van tijd en plaats Plaatsbepaling: nomaden en herders maakten zo elkaar hun positie bekend, zodat ze niet te kort bij elkaar kwamen waardoor de begrazingsdruk te hoog zou worden, of men blies wanneer men bij de waterput of poel was, zodat er niet te lange wachtrijen of ongewenste vermenging van elkaars kudden optraden. Tijdstip aangeven: tijd voor verzamelen of verspreiden aangeven; ook aanduiden dat men thuiskwam zodat iemand de deur van de schuur of het hek van de omheinde ruimte kon openen (en koffie zetten!). B) Algemeen signaal Algemeen signaal om aan tegeven dat er een belangrijke gebeurtenis was, bijvoorbeeld wanneer er een godsdienstoefening moest worden gehouden, of wanneer stamhoofd / dorpsoudste, koning of priester een mededeling ging doen, of ook als teken dat men zich moest verzamelen voor de strijd. C) Strategische signalen Elkaar waarschuwen wanneer er onraad was zodat men zich kon verschuilen of de kudde in veiligehid brengen. Eventueel ook verschillende kuddes verzamelen opdat afzonderlijke of zwakkere dieren niet zo snel ten prooi vallen aan roofdieren en opdat men sterker is in geval van overvallers. Misschien riep de herder ook de herdershond met deze hoorn. Tevens gebruikte een hoofdman de hoorn om de krijgers op te roepen. D) Muziek Gewoon voor het plezier maakte men er enige muziek mee. Voorloper van de blaaskapel. Waarschijnlijk ook bij speciale gebeurtenissen als bruiloften. E) Religieus De priester blies op de hoorn waarbij het volk moest luisteren. Enigszins voor de mooie tonen, maar vooral om indruk te maken en ontzag af te dwingen. Misschien ook bij de zonnewende, zonsopkomst en –ondergang, begrafenissen et cetera. De oudste, vrij uitvoerige beschrijving van het gebruik van een dierhoorn vind je uiteraard in de bijbel. 1500 vC gebruikte men de sjofar, een ramshoorn. Het geluid symboliseerde in sommige priesterdiensten de aanwezigheid van de Eeuwige, God. Tevens gaf de priester hiermee signalen af waarop iedereen een bepaalde gebedshouding of zo moest aannemen. Werd ook veel gebruikt als militaire hoorn. 2.2 Europa: houten hoorns In Midden en Noordwest Europa kent men rond het jaar 0 reeds het gebruik van houten hoorns. Destijds woonden de Kelten met name in de Alpen, maar ook in Noordwest Europa. Vrij spoedig hebben ze zich aangesloten bij hun soortgenoten in Groot Brtiannië en Ierland, waar hun taal en cultuur nog redelijk bewaard is gebleven. Oudste vermelding: 100: Tacitus (circa 55-120) zegt dat de Kelten al een “cornus alpina” hadden, waarschijnlijk voorloper van midwinterhoorn en alpenhoorn. Uit de omschrijvingen die men tussen 0 en 1250 gaf van blaasinstrumenten en hun gebruik, leiden we af dat het relatief kleine, draagbare houten hoorns zijn geweest, vermoedelijk niet langer dan een meter. Na die tijd komt er meer spreiding in de lengte. Men maakt langere en nauwere exemplaren om de toonvorming uit te breiden. Deze langere exemplaren evolueren tot alpenhoorn en midwinterhoorn. 800: Utrecht-psalter ( http://psalter.library.uu.nl/ ). Als je hier naar psalm 150 gaat, zie je mannen op houten toeters blazen die waarschijnlijk de voorloper van midwinterhoorn en alpenhoorn is. 1250: uit die tijd heeft men houten hoorns gevonden Deventer: hoorn van 45 cm lang. Replica’s geven een g-klank. 1485: oorkonde uit Sonsbeck (buurt van Xanten / Kevelaer) maakt melding van een medewintershoorn 1527: een monnik beshrijft hoe een herder uit Wallis in de stad op zijn alpenhoorn komt spelen om zo wat bij te verdienen. Vermoedelijk een relatief korte hoorn, want de messing verbindingsstukken die men nu heeft, waren toentertijd onbetaalbaar voor een herder, en vermoedelijk helemaal niet voorhanden. De monnik schrijft in het kasboek van het klooster dat de herder twee muntstukken verdient met het spelen zijn alpenhoorn. Dit is het oudste verhaal waarin het woord alpenhoorn voorkomt). 1556: Conrad Gessner beschrijft in zijn boek 'De raris et admirandis herbis' de alpenhoorn: twee kromme en uitgeholde houten delen die weer zijn samengevoegd. De hoorn is 11 voet lang, dat is ongeveer 3,3 meter. 1655: oude documenten uit het Duitse Bawinckel meldden dat in 1655 in de parochiekerk op hoorns van 1,5 meter werd geblazen. 4) Ontwikkeling vanaf circa 1700 4.1 Alpenhoorn Vanaf 1826 gaat het weer bergopwaarts met de alpenhoorn 1826: in de Franse tijd waren nationalistische uitingen verboden. Dat deed de alpenhoorn bijna de das om. In 1805 en 1806 waren er bij Interlaken alpenhoornfestivals waar respectievelijk 2 en 1 man kwam opdagen. Dan hebben de deelnemers weliswaar een grote kans op de hoofdprijs, maar de zaak bloedt zo wel dood. De burgemeester van Bern laat zes hoorns bouwen en geeft de muziekleraar Ferdinand Huber opdracht de bergen in te gaan op zoek naar gegadigden. In 1826 wordt de eerste cursus gegeven. Het uitdelen van gratis hoorns blijft doorgaan tot 1920. De alpenhoorn is ondertussen een typisch Zwitsers symbool geworden. Vaak wordt de beker versierd met bijvoorbeeld een almhut, koeien, gentianen of een Zwitserse vlag of kantonvlag. Nu wordt de hoorn gebouwd en gespeeld in Zwitserland, Duitsland, VS en Canada. Maar bijvoorbeeld ook in Nederland ( http://alpenhoorn.blogse.nl/ , http://www.alpenhoorns.nl/ )en Japan. 4.2 Midwinterhoorn 1842: oudste vermelding van het woord adventsblazen in een gedicht uit Kreis Borken Relatie met kerstgebeuren. In het kerkgebouw In de kerk is komt midwinterhoornblazen waarschijnlijk alleen in de roomskatholieke kerk voor. In 1223 liet Franciscus in het Italiaanse Greccio het kerststalgebeuren in de open lucht gebeuren, er komen levende figuren bij en dit gebruik verspreidt zich over heel Europa. In Noord Europa vindt het grotendeels binnen plaats, en de herders hebben soms koehoorns. Buiten het kerkgebouw Adventsblazen : vierde zondag vóór kerstmis tot óf kerstnacht óf de zondag na 6 januari, en is wellicht een doorontwikkeling van midwinterblazen van de voorchristelijke periode. Komt ook in protestantse streken voor, zij het zeer spaarzaam. Combinatie Op veel plaatsen werd het binnen- en buitengebeuren gecombineerd. In streken waar adventsblazen tot aan kerstnacht plaatsvond, begonnen op kerstavond de blazers die het verst van de kerk woonden, het eerst richting kerk te trekken, waarbij men onderweg steeds stopte bij andere kerkleden of andere blazers. Zo combineerde men de kerkgang met de gang van de herders in de kerstnacht, en gingen instrumenten mee de kerk in, alwaar het blazen al of niet deel ging uitmaken van de liturgie. Probleem was wel dat de kerk dat laatste niet altijd zo had bedoeld, en dat de herders (dat waren ze meestal echt) meestal het conservatorium niet helemaal hadden afgemaakt, omdat de schapen gauw het lesboek hadden opgevreten toen de herder de wolven en de Goliaths aan het wegjagen was. Dat hoort gewoon bij het herder-zijn! Maar de liturgie verwerd zo steeds meer tot een soort stadionspektakel, en dan lees je verhalen als de volgende. 1791: Haselünne (Emsland): “einige junge Leute mit Ochsen-, Kuh-, und Boxhornen und holzernen Instrumenten in die Kirche” die een “unleidentliches Geschrey und Getose” voortbrachten. Nog een minder goed gedateerd bericht: “So hauffenweise versammelt mit ihren Blasen uff denen von Holz oder anderer Materien gemachten also genandten Hörneren nicht allein ein ordentliches und ohnangenehmes Geschrei verursachen, aber auch sehr ärgerlich sei.” Blijkbaar een soort carbidschietende ADO-supporters. De vorstbisschop van Münster had zijn conservatorium misschien wel afgemaakt en vaardigde een edict uit waarin hij het gebrukik van hoorns in de kerstnachtdienst verbood. Natuurlijk ging het ook heel vaak wel goed en zo lezen we van het “Schepersblasen” tijdens het Gloria van de kerstnachtmis in het Oldenburger Munsterland, in Löningen, terwijl ook in Nederland, in Tubbergen (Overijssel) en Nieuw-Schoonebeek (Drenthe) de blazers naar de kerk trokken. 1846: journalist Harm Boon beschrijft in zijn “omzwervingen door Overijssel” boterzoet hoe het daar gaat met het adventsblazen: “tegen kersttijd hoort men in de buurtschapen van Tubbergen de toonen der schalmei, en als de kerstnacht daar is, gaan deze schalmeispelers, meest allen schaapherders, spelende op naar het huis des Heeren, om er het ‘Kindeken’ in vroomen ootmoed te begroeten. Na nieuwjaar wordt deze muzijk niet meer vernomen.” In Duitsland blaast men momenteel niet meer bij of in de kerk. In Nederlands incidenteel, in Almelo, Geesteren, Langeveen, Mariaparochie, Oldenzaal en Zelhem. Oorlog deed afbreuk aan het gebruik, zeker de tweede wereldoorlog. In de oorlog werd de midwinterhoorn wel gebruikt om te waarschuwen tegen razzia’s. Zomer 1945: na 1945 wordt hij vrijwel niet meer gebruikt. In 1945 zette in het voetspoor van de Zwitserse functionalist Richard Weiss de anti-romantische richting in. Angst voor een te grote nadruk op bepaalde culturen en zo. Daarnaast was er de herinnering aan de propagandamuziek uit de oorlog. Irving Berlin: “een vaderlands lied is emotie. Je moet menen wat je zegt, anders krijgen de mensen een hekel aan je”. En natuurlijk een beetje huiverig voor geflipte kunstenaars en excentriek gedoe in het algemeen. Ook herinnering aan de benauwde ogenblikken wanneer je zo’n hoorn hoorde, kan een rol hebben gespeeld. Er brak een tijd aan van vergeten en rechtlijnige wederopbouw: keurige steriele rijtjeshuizen, niets geen plattelandsgedoe met streektalen en zo. Tussen 1945 en 1948 houdt de hoorn een midwinterslaapje. 24 december 1948: het reveil begint weer een beetje op kerstavond 1948 in Mariaparochie. De pastoor vraagt Jans Geerdink de nachtmis aan te kondigen. Die vond dat “knap vrog vun veur de weenterdag” maar wou niet weigeren. Hij maakte het zichzelf niet al te moeilijk: schoof het raam een stukje omhoog, stak de beker van de hoorn er onderdoor en ging in bed liggen blazen. 18 december 1949: Bernard Boonkamp uit Hertme begint om 7 uur ‘s avonds spontaan te blazen. De buren spelen het spelletje mee en zo plant het initiatief zich voort: om half acht is Tubbergen bereikt en drie uur later Losser en Denekamp. 26 december 1953: de nieuw opgerichte “Kemissie veur ‘t Mirreweenterhoornbloazen” heeft een jaarlijks concours voor groepen midwinterhoornblazers ingesteld, en zo wordt op tweede kerstdag van 1953 het eerste concours gehouden. Evenwel was er van de 19 hoorns maar eentje van hout, de rest was van metaal. Van dik hout zaagt men planken, maar ook nog midwinterhoorns? Naast de naakte strijd om het voortbestaan van de midwinterhoorn was er natuurlijk ook discussie over het kwaliteitsniveau van de hoorn op zich en de ten gehore gebrachte muziek. Daarbij gaat het vorral om twee zaken 1) strijd om het materiaal: metalen hoorns? Dat snijdt geen hout. 2) strijd om het reveil Ad 1) In de eerste helft van de 20e eeuw had men ook wel metalen hoorns, die uiteraard niet zo’n warme klank gaven als de houten exemplaren. Tegelijk met het afnemen van het midwinterhoornblazen, begon men uit te wijken naar alternatieven zoals blikken hoorns. Folklorist Van der Ven protesteerde flink tegen deze “ontaarde” blikken dingen. Tegen de boeren rond Ootmarsum zei hij rustig “sla die blikken dingen toch kapot”. Ad 2) Last post een lastpost? Uiteraard waren er heel bekwame spelers onder de midwinterhoornblazers. Zij speelden bijvoorbeeld ook reveilles. De meester van het dorp had het er niet zo op. Als iemand een reveille, taptoe of “kok in de keuken” speelde, zei hij tegen zijn leerlingen “Maar jongs, blaost er miej gin militaire signalen op!” Volgens hem ging hiermee uiteindelijk het midwinterhoonblazen verloren. Beide mannen lijken gelijk te hebben gehad. De traditionele uitvoering en het traditionele gebruik blijken uiteindelijk toch de ruggengraat van het midwinterhoornspelen. Namen Oudste vermelding 1485: medewintershoorn (oorkonde uit Sonsbeck = Duitsland, omgeving Xanten / Kevelaer) Nederlands: Midwinterhoorn, middewinterhoorn, mirrewinterhoorn Schalmei Duits: Middewinterhorn, Midwinterhorn, Mittewinterhorn, Mittwintershoorn, Mittwinterhorn, Mirrewinterhorn, Mirreweenterhoorn, Boerhoorn, Dewertshorn, Adventshorn Mondstuk: Nederlands: happe (vlierhout) Duits: happe / spool Bouw De midwinterhoorn behoort vreemd genoeg tot koperen blaasinstrumenten. Hoorn Houtsoort: redelijk dikke stam van berk of els, of dikke tak van knotwilg. Lengte: voor d’olde roop moet hij 120-130 zijn. Het hout moet in de winter van de boom zijn gehaald en moet dan een halfjaar drogen. Happe Houtsoort: vlierhout Afmetingen: 4x10 cm. Na het drogen worin het Italiaanse Greccio dt het hout van de hoorn goed rondgemaakt, doormidden gezaagd, uitgehold, weer aan elkaar gelijmd en voorzien van happe. In Oldendiever heeft men een eikenhouten midwinterhoorn van 5,5 meter lang. Jan Roeweler heeft erook een uit die klasse. Deze is opgenomen in het Guinness book of records, het is de langste ter wereld. In Noordrijn-Westfalen noemt men kleine bastfluitjes trouwens ook wel happe of huppe, net zoals het mondstuk. In Borken, Herne (Landkreis Bochum) en Altkreis Meppen maakt men ook wel Mittwintershörne” van bast van wilgen of van de ratelpopulier. In 1870 schrijft iemand hierover: “In dem Landstrich des Münsterlandes, der im Mittelalter “Auf Brahm” genannt wurde, vornehmlich in den Bauernschaften um die Städte Borken und Gemen, findet man jetzt noch den Brauch, dass von Advent bis Weihanchten, allabendlich und während der Nacht, von den Bauernknechten auf seinem gewaltigen, aus Bast gefertigten, wie eine Butterkerne gestalteten Horne, dem “Mittwintershorn”, geblasen wird. Wie der sich fortsetzende Hahnschrei, so weckt ein Horn die eintönige Weise des antworten, von Hof zu Hof, durch die ganze Bauerschaft, volle markdurchdringende Töne. In der Christnacht, wenn alles zur Ucht (zu erste Mette) eilt, nehmen die Grossknechte das Horn mit, blasen, von allen Seiten zusammenkommend, in vollen und mächtigen Tönen bis vor die Kirchentür. Dan schweigt das Mittwinterhorn bis zum nächsten Advent.” Waarom krom? Vermoedelijk een combinatie van redenen 1) Gezien de verwantschap met de alpenhoorn kan de volgende reden worden aangevoerd. De boomstam voor de alpenhoorn groeit op berghellingen, waardoor ze van nature vaak zo’n kromming in de onderstam hadden. Toen men langere exemplaren ging maken, lag het meer voor de hand deze kromming te benutten. 2) Andere, zij het niet zozeer primitieve, hoorns zoals de lure en nog meer de Keltische carnyx werden gebruikt als militaire hoorn (300 vC – 200 nC). Ze hadden ook zo’n kromming in de beker. De speler droeg de 3 meter lange carnyx recht omhoog zodat het geluid zich goed over de menigte verspreidde. 3) Wanneer de cornus alpina zoetjes aan langer wordt, wordt hij ook moeilijker te hanteren. Met een kromming in de beker kan men de beker met behulp van een steuntje op de grond leggen en zelf gewoon rechtop blijven staan. Bij de alpenhoorn is deze ontwikkeling goed te begrijpen. Bij de midwinterhoorn is zo’n ontwikkeling misschien iets minder duidelijk te herkennen. Mogelijk komt het door beïnvloeding van de alpenhoorn, maar ook doordat het een dwarshoorn is. De speler houdt de hoorn zijwaarts. Met een flauwe kromming in de beker kan hij / zij zich nu tegelijkertijd een beetje op de toeschouwers blazen, en toch het geluid goed op de put richten en over het landschap laten klinken. Afbeelding5: drie stadia van midwinterhoorngebieden 5) Functies Als signaalhoorn: Signaalhoorn 1: waarschuwen voor onraad: - smokkelen: in het grensgebied werd natuurlijk veel gesmokkeld. Wanneer ern een politieagent aankwam, waarschuwde men elkaar via de midwinterhoorn - oorlog: in tijden van oorlog waarschuwde men elkaar wanneer er vijandige troepen in de buurt waren. - zedenpolitie: tussen circa 1600 en 1850 verbood de Nederlandse regering de rooms-katholieke kerkdiensten. De politie moest toezien dat die niet plaatsvonden. Wanneer er wel diensten plaatsvonden, waarschuwde men elkaar per midwinterhoorn wanneer er een politieagent aankwam. Signaalhoorn 2: zoiets als “dorpsomroeper” advent, kerstmis: adventblazen pauze voor de veldwerkers Signaalhoorn3 : misthoorn Muziek, nostalgie, folklore Net als de vogels: lekker over het veld toeteren, of een vraag-en-antwoord-spelletje spelen met je buren. Kerstmis: als onderdeel van de liturgie Kevelaar: werd ook gespeeld door pelgrims naar Kevelaar Op http://www.heemkunde.nl/educatief/midwinterhoorn.html vind je onder “Kottens voorval” een mooi verhaal over een grensgeval wat betreft smokkelen en pauze. 6) Verspreidingsgebied: inkrimping in 1700-1945 en uitbreiding 1948-2007 6.1 Inkrimping In de zeventiende en achttiende eeuw werd het instrument in een omvangrijke regio bespeeld. Van Markelo tot Cloppenburg en van Hümmeling tot Bocholt. Na 1800 schrompelde het gebruik ineen en leefde vooral in Twente verder. Na 1900 wordt de hoorn in Duitsland niet of nauwelijks meer bespeeld en vanaf 1930 eigenlijk alleen nog maar in Twenthe, met name Tubbergen, Oldenzaal en Ootmarsum. In 1945 was het helemaal afgelopen 6.2 Herleving en voorzichtige uitbreiding Wat 1826 is voor de alpenhoorn, is 1948 voor de midwinterhoorn. Men neemt weer initiatieven en dan gaat het net als wanneer iemand een steen in een vijver (of waterput) gooit: de kring breidt zich uit. Niet alleen in Twente end e Achterhoek, maar ook in de Liemers en. Ook in plaatsen die verder weg liggen en waar in het verleden nooit op de hoorn is gespeeld, ontstaat een kern, bijvoorbeeld in Diever (Drente) of in Epe (Veluwe)Nu strekt het gebied zich uit van Epe tot Löningen en van Diever tot Kotten. Verder spelen kinderen in Duitsland, met name boven Osnabrück, weer meer op kleine hoorns. Tijdens ons bezoek aan de Dorpboerblaozers vertelde men ons dat er ook hoorns zijn mee-geëmigreerd naar Canada en Zuid-Afrika. Dat men daar in verenigingsverband of anderszins serieus het midwinterhoornblazen beoefent, lijkt niet aannemelijk. 7) Eventuele vragen voor de experts van de darpboerblaozers 1) Waarom boven put? 2) Waarom krom? 3) In hoeverre zijn de traditionalisten er in geslaagd metalen hoornen en andere melodieën dan d’olde roop te weren? Antwoorden, mede naar aanleiding van de antwoorden van Dorpboerblaozers-scriba de heer Tolsma. Ad 1: versterkt het geluid? Nee, maar de put staat vaak vóór het huis en de muur van het huis refelecteert en versterkt het geluid wel goed. Een natte hoorn heeft een dieper geluid. Voordat men lijm gebruikte: het water laat het hout uitzetten waardoor hetgeen voor afdichting zorgt. Tevens gaat het scheurvorming tegen De putrand kan als steun dienen? Ad 2: men maakt ze vaak van jone wilgebomen die langs beekjes groeien, deze hebben van nature al zo’n kromming Ad 3: waarschijnlijk 100% 8) Geluidsfragmenten en andere internetsites Midwinterhoorn http://www.midwinterhoornoldenzaal.nl/ http://home.planet.nl/~kuipe351/ klik op de knop “Beeld en geluid” en op “Downloads” http://www.midwinterhoornblazen.nl/ http://www.123video.nl/playvideos.asp?MovieID=5212&q=midwinterhoorn&familyFilter=ON http://www.youtube.com/watch?v=j9JFqw5fjCw http://www.youtube.com/watch?v=TT-PMe-LW90&mode=related&search= http://www.midwinterhoornblazentwenthe.nl/Nederlands/basis.htm klik op de knop “geluid” Lure http://www.naturinstrumenter.no/ http://www.naturinstrumenter.no/Instrumenter/Neverlur.htm Lure en bokkehoorn http://www.lurogbukkehorn.org/ Lure en ligawka http://abel.hive.no/trumpet/lur/wood/ Utrecht-psalter: http://psalter.library.uu.nl/ Twee informatieve Duitse sites: http://www.sahsnot.de/p5_mittwinterhorn.php http://de.wikipedia.org/wiki/Middewinterhorn Alpenhoorn in Nederland: http://alpenhoorn.blogse.nl en http://www.alpenhoorns.nl Geen site, maar een boek: Het midwinterhoorn blazen, Everhard Jans, ISBN 90-6693-076-4 9) Vallen pasen en pinksteren misschien toch op één dag? 9.1 Waarom blaast men rond de kortste dag van het jaar en waarom op zo’n grote hoorn? Het heeft het te maken met de zonnewende. Ieder jaar zijn er uiteraard twee: 21 juni en 21 december. In de voorschristelijke Noordwest Europese culturen was men zeer onder de indruk van deze verschijnselen. Ze werden vereerd en men vierde uitgebreidfeest: het midzomer- en midwinterfeest. Men zoekt daarbij naar uitingsvormen waarbij menselijke activiteit harmonieert met de de natuur (denk ook aan de meiboom). Op het midzomerfeest gaat het daarbij vaak om lichte kleuren en bloemen in het haar, of een versierde boom. Bij het midwinterfeest zoekt men dan naar vormen waarbij de menselijke activiteit sterker tot uitdrukking komt, om als het ware tegenwicht te kunnen bieden aan de zware omstandigheden temidden van het imponerende en overheersende winterse weer. En ook om te harmoniëren met die natuur (doet een beetje denken aan: if you can’t beat them, join them). Met zo’n stuk hout lukt dat natuurlijk prima. Ten eerste overheers je de natuur een beetje door een (gedeelte van een) boom te nemen en deze uit te hollen, en ten tweede harmonieert de doffe klank van het hout mooi met de ietwat dode winterse vegetatie. Daarnaast lijkt de klank wel een beetje op de roep van grotere diersoorten en klinkt het geluid erg ver over de hardbevroren grond. Al met al maakt de mens op deze manier duidelijk dat hij ook best zijn deuntje kan meezingen binnen de imponerende en beklemmende natuurwereld. De holle klank harmonieert met de beklemmende duisternis, maar ook met menselijke hang naar expressionisme, aangezien het vérdragende holle geluid de mens machtig maakt. Of men daadwerkelijk meende dat men boze geesten wegjoeg of dat men eigenlijk meer een kluchtspel opvoerde met een denkbeeldige vijand, durf ik niet te zeggen. Misschien kunnen we het cultuurdrang noemen. Vergelijk het met de “aankleding” van boerderijen. In natte streken kregen grote boerderijen vaak een gracht rond het huis. In streken met veel zwerfkeien lege je uiteraard een mooie steenhoop op het gazon of bij de oprijlaan. Vergelijk het ook met de roep van sommige vogels, die dient om de aanwezigheid bekend te maken aan de soortgenoten, zodat deze óf wegblijven óf contact maken. Dat het is blijven bestaan, kan komen omdat kerst en oud en nieuw vrijwel samenvallen met de korste dag. Als je het zo bekijkt, is de voorchristelijke voorloper van kerst het joelfeest: in Scandinavië heet kerst nog steeds jul. (Joelfeest = drank- en pretfeest. Waarschijnlijk is joel een uitbreiding op het tussenwerpsel “jo”: jollen, joelen, jollig, jolijt, maar misschien ook verwant aan gillen en galmen. Duits johlen Fries joalich, joelich Engels jollification, jolly, jollify, jollity, jollily) Ook denkt men in joel een aanduiding voor (nieuw) licht te herkennen: helder, fel (lijkt aannamelijk vanwege Frans Noël = nieuw licht) of geel (Engels yellow). Ook verwantschap met (zonne)wiel wordt verondersteld.) Het midwinterhoornblazen duurt maximaal van de eerste adventszondag tot de eerste zondag na driekoningen, maximaal zes weken dus Advent: begint op vierde zondag vóór kertmis = een zondag tussen 26 nov en 4 dec Epifanie = driekoningen = 6 januari 9.2 Of ... is d’olde roop misschien nog older ouder dan we denken? Het is leuk de hoorn te bekijken in het licht van de vele 10-stammen-theorieën ofwel de verloren-stammentheorieën. Deze stellen dat de stammen van Israël na hun wegvoering (722 vC voor het tienstammenrijk Samaria en 586 vC voor het tweestammenrijk Juda) niet of nauwelijks zijn teruggekeerd, maar de wereld zijn ingetrokken. De Levieten zouden de Kelten zijn, terwijl Dan, bekend om zijn gewoont te trekken, te varen, te veroveren en / of landschapselementen naar zich te vernoemen, als leider voor de rest zou zijn opgetreden en zich over de hele wereld onder de lokale bevolking zou hebben gemengd, bij voorkeur op schier(eilanden), waarbij oudtestamentische beschrijvingen opnieuw hun toepassing vinden. Die naam van Dan, althans de D en de n vind je dan weer overal terug. Dat verklaart de woorden Samoerai en Judo. En als je goed bent in Judo, dan krijg je een ... Dan. Maar ook de naam Denemarken zou “merkteken van Dan” betekenen, terwijl Saksen “Sakzoon, ofwel Izakszoon” zou betekenen. Zo bekeken kan de midwinterhoorn een voortzetting van de oudtestamentische sjofar zijn waarbij d’olde roop de oudtestamentische Messiasaankondiging vertgenwoordigt. Wanneer je het over twee of drie gebeurtenissen in de toekomst hebt, zonder dat je de bijbehorende tijdstippen weet, vallen die gebeurtenissen in jouw belevingswereld samen op één tijdstip. Dan vallen pasen en pinksteren toch op één dag: 24 december Conclusie De verloren stammen zijn helemaal niet verloren; ze zijn alleen op maat gemaakt, doorgezaagd, gepolijst en weer samengevoegd. Nu hangen ze bij boer Jan Hendrik Grootendorst in de waterput, of misschien zitten ze bij het café aan de stamtafel. Laten we daar dan maar eens gaan kijken. ▲ Collapse | |