This site uses cookies.
Some of these cookies are essential to the operation of the site,
while others help to improve your experience by providing insights into how the site is being used.
For more information, please see the ProZ.com privacy policy.
Freelance translator and/or interpreter, Verified member
Data security
This person has a SecurePRO™ card. Because this person is not a ProZ.com Plus subscriber, to view his or her SecurePRO™ card you must be a ProZ.com Business member or Plus subscriber.
Affiliations
This person is not affiliated with any business or Blue Board record at ProZ.com.
Dutch to English: Extract from Het Petrusmysterie by Jeroen Windmeijer General field: Art/Literary
Source text - Dutch Mevrouw Eco roerde zwijgend in haar thee; het tinkelende geluid van het lepeltje langs de binnenkant van het kopje en het zware tikken van de staande klok waren de enige geluiden in de kamer. ‘Ik wil er niet over speculeren of zijn dood iets met die vertaling te maken had,’ vervolgde ze alsof ze Peters vraag niet had gehoord. ‘Mark durft er nooit naar te vragen, ook al voel ik dat die vraag hem soms op de lippen brandt. Maar het is zoals het is. Hij is er niet meer en ook al zouden we weten wat er precies achter heeft gezeten, er verandert toch niets meer aan. Nadat hij was overleden, een week of zo na de begrafenis, kwam er een verhuiswagen om de boeken uit zijn werkkamer op te halen. Ik weet dat hij alles in een legaat aan de bibliotheek had nagelaten; op die manier wist hij zeker dat de boeken niet verloren zouden gaan. Kennelijk was die wens sterker dan het feit dat nu anderen zonder zijn toestemming erin zouden gaan snuffelen. Maar goed, ik was daarvan op de hoogte en vond het ook goed. Wat had ik ermee moeten doen? Ik had alleen niet verwacht dat de universiteit het zo voortvarend aan zou pakken; meestal waren ze niet zo snel. Maar ze lieten allerlei officieel ogende papieren zien, compleet met stempels. De twee verhuizers hadden een geplastificeerd pasje aan hun borstzakje geklemd, dus ik ging ervan uit dat het allemaal in orde was.’
‘Ach,’ bracht Judith uit, ‘het zal toch niet.’
‘Ik ging enkele uren naar mijn zus,’ zei de oude dame. ‘De mannen liepen in en uit, met grote dozen, ze stampten op de trap… Het was een enorme drukte, dus ik was blij het huis uit te zijn. En bovendien had het ook iets verdrietigs natuurlijk om die kamer waar hij twee weken eerder nog had zitten werken, leeggehaald te zien worden. Toen ik terugkwam waren de verhuizers al verdwenen. Tot mijn tevredenheid hoor. Ik had al zo’n beetje lopen bedenken wat ik met die kamer wilde gaan doen; misschien verhuren aan een studente om zo wat leven in huis te hebben; ik wist het nog niet. Maar toen ik de deur opende van mijn mans werkkamer kon ik niet geloven wat ik zag. De kamer was leeg. He-le-maal leeg.’
Ze was een goed vertelster, want ze liet een dramatische stilte vallen die het gewenste effect had. Peter merkte dat hij kippenvel op zijn armen had gekregen en voelde een siddering over zijn rug gaan.
‘He-le-maal,’ herhaalde ze. ‘Nog geen snipper papier hadden ze achtergelaten. Alleen het bureau stond er nog, met de lege laden en laatjes ernaast. O, en het bureau was op zijn kop gezet, dus met het blad op de grond, alsof ze op zoek waren geweest naar een verborgen lade… Zelfs het krantenrek met mijn borduurtijdschriften – ik zat graag te borduren als hij zat te werken, dat vonden we allebei prettig – zelfs mijn tijdschriften waren verdwenen. De hele kamer was gestript alsof hij moest worden geverfd. Dat vond ik toch wel een rare bedoening. Ik ben naar beneden gegaan. Daar hadden we geen boeken staan, maar ook in de woonkamer waren spullen verplaatst. De kasten waren leeggehaald en de inhoud ervan lag op de grond, meubels waren van de muur af geschoven alsof ze wilden kijken of er iets achter lag. Het was een vreselijke toestand, dat kan ik jullie wel vertellen. De kussens van de bank waren omgedraaid, enfin, jullie hebben wel een beeld.’
‘Alsof er was ingebroken,’ vulde Judith haar aan.
‘Precies, meisje,’ knikte ze heftig. ‘Alsof er was ingebroken. Nu, dat vond ik zo eigenaardig. Ik was verontwaardigd, dat zullen jullie kunnen begrijpen. Dus ik heb de bibliotheek gebeld om mijn beklag te doen en toen ik eindelijk met de juiste persoon was doorverbonden, bleek dat zij mij net hadden willen bellen om een afspraak te maken!’
Ondanks de schemer kon Peter zien dat mevrouw Eco kleur op de wangen had gekregen van verontwaardiging. ‘Dus…’ zei hij.
‘Die verhuizers waren helemaal niet van de universiteit!’ riep de weduwe uit. ‘De bibliotheek was nergens van op de hoogte. Ze hadden helemaal geen bedrijf ingeschakeld, geen auto gehuurd, niets. Ze waren nog druk bezig te onderzoeken wat ze met al die boeken aan moesten, of ze die wel onder konden brengen.’
Judith sloeg een hand voor haar mond. ‘En toen?’ bracht ze uit.
‘Ik heb aangifte gedaan natuurlijk. Direct erna heb ik die rechercheur gebeld die ook met de zaak van mijn man was belast. Binnen een kwartier waren twee politiemannen ter plaatse, maar daar is uiteindelijk helemaal niets uit gekomen. Ik had geen nummerbord onthouden natuurlijk, en op het opschrift van de vrachtauto had ik niet gelet. Die mannen zou ik er waarschijnlijk niet eens uit hebben kunnen pikken als de politie ze tussen anderen op een rijtje gezet had. Hoe had ik er zo in kunnen tuinen?’ Ze sloeg van frustratie op haar knie.
‘Ach,’ zei Peter sussend. ‘Iedereen zou daarin getrapt zijn toch? Het was zo gewiekst gedaan.’
Dit leek haar iets gerust te stellen. Allemaal zwegen ze even.
‘Maar,’ verbrak mevrouw Eco de stilte op een triomfantelijke toon die in schril contrast stond met de verslagenheid van zo-even, ‘maar mogelijk is nog niet alles verloren. Ik heb dit nooit aan Mark verteld, omdat ik bang was dat ik de rust die weergekeerd leek zou verstoren en omdat anders hij misschien zou worden meegezogen in iets wat te groot voor hem was.’
‘En dat is?’ vroeg Peter. Hij zag dat haar lippen zich krulden in een tevreden lach. In een tekenfilm zouden twinkelende vonkjes uit haar pretogen zijn geschoten.
‘Er is een plek waar ze niet gekeken hebben,’ zei ze.
Translation - English Mevrouw Eco stirred her tea pensively, and for a time, the tinkling of the spoon in her cup and the dull tick of the grandfather clock were the only sounds in the room. 'I don't want to speculate about whether his death had anything to do with that translation,' she continued as if she hadn't heard Peter's question. 'Mark has never dared to ask me about it, although I can tell that the question is on the tip of his tongue sometimes. But it is what it is. He's no longer with us, and even if we did know exactly what had happened, it would change nothing. After he died, a week or so after the funeral, a moving van came to pick up the books from his study. He'd bequeathed it all to the library; that way, he could be sure that they'd be put to good use. Apparently, this wish was so strong that he was willing to allow other people to rummage through his books without his explicit permission. Anyway, I knew about it beforehand, and I didn't mind. What would I have done with them all? I just hadn't expected the university to be quite so eager about it. They were usually so slow about everything. But they showed me all kinds of official-looking papers, complete with stamps and so on. The two removal men had laminated identity cards clipped onto their breast pockets, and I assumed that everything was entirely above board.
'Oh no,' Judith said, 'I can see where this is going.'
'I went to see my sister for a few hours,' the old lady went on. 'The men were traipsing in and out, stomping up and down the stairs with those big boxes... It was all rather chaotic, and I was glad to be out of the house, away from the mess. But more than that, it was painful, of course, to see them emptying that room where he'd sat working just two weeks earlier. When I came back, the removal men had already gone. To my great relief, I must admit. I had already been thinking about what I might do with that room; I thought I might rent it out to a student to bring some life back into the house. But I hadn't made my mind up at that point. When I opened the door to my husband's study, I couldn't believe what I was seeing. The room was empty. Com-plete-ly empty.'
She was a good storyteller, pausing at just the right moments for dramatic effect. Peter felt a shiver go down his spine, and he noticed he had goosebumps on his forearms.
'Com-plete-ly,' she repeated. 'They hadn't left so much as a scrap of paper behind. All that remained was his desk, and all of its empty drawers were strewn about next to it. Oh, and it was flipped upside down with the desktop on the carpet. They must have been looking for a hidden drawer... Even the magazine rack where I kept my embroidery magazines _ I enjoyed sitting next to him, you see, doing my embroidery while he worked. It was something we both found very pleasant _ they'd gone through that and taken my magazines. The whole room had been stripped as thoroughly as if they had been getting ready to paint it. I really did find it all very odd. I went back downstairs, and there were things out of place in the living room too. We didn't keep any books there, but the cabinets had all been emptied, and their contents were lying all over the floor. All the furniture had been moved away from the walls as if they had been trying to see if there was anything behind it, and the sofa's seat cushions had all been flipped over... It was a terrible state of affairs, I can tell you. Well, I'm sure you get the picture.'
'It must have felt like you'd been burgled, Judith said.
'Exactly, my dear,' she said, nodding emphatically. 'Like I'd been burgled. Now, that seemed most unconventional to me. I was furious, as I'm sure you'll understand. So, of course, I telephoned the library to complain. When I finally got through to the right person, they said that they had just been about to call me to arrange a time to pick up my husband's books!'
Despite the dim light in the room, Peter could see that Mevrouw Eco's cheeks were flushed with indignation. 'Which means...' Peter said.
'Which means that those removal men were not from the university at all!' the widow exclaimed. 'The library didn't know anything about it. They hadn't engaged a removal firm or hired a van. Nothing. They were still trying to decide what to do with all those books because they weren't actually sure they could take the whole collection.'
Judith's hand flew to her mouth. 'And then?' she managed to say.
'I reported it to the police, of course. As soon as I realised what had happened, I called the detective in charge of my husband's case. He had two police officers here within a quarter of an hour, but nothing came of it in the end. I hadn't memorised the licence plate number, of course, or even paid attention to the sign on the van. I doubt I would have been able to pick those men out of a police line-up. How could I have fallen for it?' She slapped her knee in frustration.
'Ah, but anyone could have fallen for that, couldn't they?' Peter said soothingly. 'They did it so cunningly.'
That seemed to reassure her.
They all fell silent for a while.
'But,' Mevrouw Eco said suddenly with a triumphant tone that contrasted sharply with the note of dejection in her voice just moments earlier, 'perhaps not all is lost. There was something I never told Mark because I was afraid that it would shatter the peace that had returned to our lives. I didn't want him to get drawn into something too big for him to cope with.'
'And that was?' Peter asked.
He watched her lips curl in a satisfied smile. If this had been a cartoon, her eyes would have sparkled like diamonds.
'There's one place they didn't look,' she said.
Dutch to English: Brochure for elevator manufacturer General field: Bus/Financial Detailed field: Retail
Source text - Dutch Product X
Constante topprestatie voor een duidelijk kostenplaatje zonder verrassingen
Maar wat nou als we in lijn met de overgang van bezit naar gebruik, afstappen van het verkopen van onze liften in combinatie met liftonderhoud en overstappen naar het leveren van de dienstverlening ‘verticale mobiliteit’? Hierbij halen wij de piek van de investering aan de voorkant af en staat het leveren van een zo hoog mogelijke beschikbaarheid ten behoeve van verticale mobiliteit voor de eindgebruiker centraal.
Dit alles voor een vast bedrag per jaar, zonder verrassingen en met strak gedefinieerde kaders die volledig transparant en inzichtelijk zijn. En halen wij die beloftes van onze dienstverlening niet? Dan zijn wij u contractueel verplicht tot het betalen van boetes. Als klant betaalt u immers voor een oplossing en niet voor een probleem. Graag stellen wij Product X aan u voor.
Bedrijf M streeft ernaar de beste en meest duurzame verticale mobiliteitsoplossing voor haar klanten en eindgebruikers te realiseren. In het kader van bovenstaande evenals de groeiende behoefte aan een circulaire economie, heeft BMEE Product X ontwikkeld.
Middels Product X, ofwel XL, biedt BMEE voor een lage initiële investering hoogwaardige kwaliteit liften aan met gegarandeerd gebruik. Hierbij blijft BMEE eigenaar van de lift(en) en betaalt de afnemer voor een (in eerste instantie) periode van 20 jaar een vast bedrag per jaar voor het gebruik. Voor dit vaste bedrag krijgt de afnemer, middels contractueel duidelijk vastgelegde prestaties en bijbehorende boetes evenals jaarlijkse afrekening op basis van daadwerkelijk gebruik, gegarandeerd zorgeloos gebruik tegen voorspelbare en eerlijke kosten.
In het verlengde van de focus op gebruik in plaats van eigendom, staat ook circulariteit centraal in Product X. Middels het in kaart brengen van alle afvalstromen en de invloed van gebruik op onderdeel niveau, streeft BMEE een zo efficiënt mogelijke inzet van haar mensen en middelen na. Bovendien werkt BMEE middels diverse strategische programma’s hard aan het zoveel mogelijk recyclen en hergebruiken van haar liftonderdelen.
Uit een onafhankelijk uitgevoerd onderzoek door KPMG Sustainability naar de liftenmarkt in Nederland, blijkt dat Product X in vergelijking met een gemiddelde Nederlandse lift ruim €15.000 goedkoper is over een periode van 30 jaar. Lange termijn kwaliteit en duurzaamheid zijn dus niet alleen goed voor mens en milieu, ook werd hiermee aangetoond dat het sluitende business cases zijn.
Translation - English Product X
Reliable, outstanding performance with clear costs and no surprises.
In line with the shift from consumer to user, what if we were to move away from selling elevators in combination with a maintenance package, and instead provided 'vertical mobility' as a service? By doing so, we can reduce the high upfront costs of the investment and move the focus to providing the end user with maximum freedom in vertical mobility.
All of this can be delivered for a fixed annual price, with no surprises and with contractual clearly-defined performance targets that are transparent and easy to understand. And if we don't meet the promises set out in our service agreement? Then we are obliged to reimburse you in the form of penalties. After all, as a customer, you pay for a solution and not for a problem. We would like to introduce Product X.
Bedrijf M strives to realise the best and most sustainable vertical mobility solution for its customers and end users. In order to achieve this, and with an awareness of the growing need for a circular economy, Bedrijf M has developed Product X.
Through Product X or "XL", Bedrijf M offers high-quality elevators with guaranteed usage for a low initial investment. Bedrijf M retains ownership of the elevator, while the customer, over an initial period of 20 years, pays a fixed, all-inclusive annual amount for its use. By means of contractual, clearly defined performance indicators and corresponding penalties together with a pay-per-use element calculated annually, the customer gets guaranteed, hassle-free elevator use at a fair and predictable price.
Aligned with this focus on use rather than ownership, circularity is central in Product X. By analysing all waste streams and the impacts of use at individual component level, Bedrijf M seeks to use its people and resources in the most effective way. Additionally, Bedrijf M works to either recycle or re-use as many of its elevator components as possible through various strategic programmes.
According to an independent study of the elevator market in The Netherlands conducted by KPMG Sustainability, Product X is more than € 15,000 cheaper than an average Dutch elevator over a period of 30 years. Long-term quality and sustainability are therefore not only good for society and the environment, they also make good business sense.
Dutch to English: Extract from Het Pauluslabyrint by Jeroen Windmeijer, commissioned by HarperCollins Holland General field: Art/Literary Detailed field: Poetry & Literature
Source text - Dutch Mani had uitgelegd dat hij en zijn familieleden geloofden dat rond deze tijd in ieder huis de haft sin te vinden waren, letterlijk ‘de zeven s-en’. Ze zorgden dat ze zeven dingen in huis hadden die in het Perzisch met een ‘s’ begonnen. Ze hadden tarwe voor de wedergeboorte, een pudding voor overvloed, gedroogd zoet fruit voor liefde, knoflook voor genezing, appels voor gezondheid en schoonheid, sumakbessen voor de kleur van de zon bij haar opkomst en ten slotte azijn voor een hoge leeftijd en geduld. En ze koesterden de gewoonte om zeven soorten planten of zaden te laten groeien als symbool voor het feit dat er weer een nieuwe levenscyclus begonnen was.
Op de tafel lagen munten voor rijkdom en geluk, eieren voor vruchtbaarheid, en een sinaasappel in een schaal water symboliseerde de aarde in het heelal. Een goudvis in een kom stond voor het leven, en een dubbelzijdige spiegel reflecteerde het licht van brandende kaarsen, één voor ieder kind in de familie, één voor elk nieuw leven…
Mani had hem verteld over het zoroastrisme, de godsdienst uit het oude Perzië waar in de zesde eeuw voor Christus – ze wisten het eigenlijk niet precies – de profeet Zarathustra leefde, de stichter van de godsdienst. Centraal stond de eeuwige strijd tussen goed en kwaad, licht en donker, god en duivel… Je koos de kant van de goede god, de schepper AhuraMazda, of die van zijn boze tegenstrever Ahriman, degene die alles kapot wilde maken en uit jaloezie een wig tussen de mens en god probeerde te drijven. De goede god had goden om zich heen zoals Mitra, wiens naam ‘verdrag’ of ‘verbond’ betekent, of ook wel: ‘testament’. Ook waren er goden met namen als Varuna, Agni en Indra, die later in het hindoeïsme opdoken. Zarathustra werd vermoord in de vuurtempel te Bakh en zijn laatste woorden, gericht tot zijn moordenaar, waren: ‘Moge AhuraMazda je vergeven zoals ik je thans doe.’
Aan het eind der tijden zou een verlosser verschijnen, de Saoshyant, een messias die het kwade zou overwinnen. Mitra zou een van de drie rechters zijn die na de eindstrijd de goeden en de kwaden van elkaar zou scheiden om de zielen te beoordelen. Door goede daden te doen, goede woorden te spreken en goede gedachten te hebben kon eenieder zijn aandeel in deze strijd leveren, eenieder kon in krijgsdienst van de goede god treden. De goede god werd gesymboliseerd door een vuur dat eeuwig brandend gehouden werd door de priesters in de tempels. Precies deze priesters, de magoi, kwamen volgens het evangelie naar Matteüs uit het oosten om bij de door Zarathustra voorspelde geboorte van Jezus aanwezig te zijn en hem met geschenken te eren, wierrook, mirre en goud.
Stukje bij beetje kwam Daniël dichter bij het vuur, zo begreep hij achteraf, tot hij op een dag na de mis samen met Mani door de priester werd uitgenodigd voor een kop koffie in de sacristie.
Translation - English Mani had explained that he and his family believed that the haft sin, literally `the seven S-es', should be present in every home for the new year. They carefully set a table with seven symbolic things that began with the Persian letter `s'. There was wheat for rebirth, a pudding for abundance, dried fruit for love, garlic for healing, apples for health and beauty, sumac berries for the colour of sunrise, and finally, vinegar for a long life and patience. And they kept up a cherished tradition of growing seven different plants or seeds to symbolise the fact that a new life cycle had begun.
On the haft sin table, there were also coins for wealth and good luck, eggs for fertility, and an orange floating in a dish of water to represent Earth floating in space. A goldfish in a bowl symbolised life, and a double-sided mirror reflected the light from burning candles, one for each child in the family, one for each new life...
Mani had told him about Zoroastrianism, the religion founded by the prophet Zarathustra in Ancient Persia somewhere around the sixth century BC. Its central ideas were about the eternal battle between good and evil, light and darkness, god and devil... You could be on the side of the good god, the creator Ahura-Mazda, or his wicked adversary, Ahriman, the destructive spirit who sought to drive a wedge between god and man out of spite. The good god had other gods around him, like Mitra, whose name meant `agreement' `alliance', or sometimes: `testament'. There were also gods with names like Varuna, Agni and Indra which would later appear in Hinduism. Zarathustra was murdered in the fire-temple at Bakh and his last words, spoken to his killer, were: `May Ahura-Mazda forgive you, as I do now.'
It was believed that a saviour, a Saoshyant, would appear at the end of time, a messiah who would destroy all evil. After the final battle, Mitra would be one of the three judges to separate those who had done good from those who had done evil, so that their souls could be judged. By doing good deeds, speaking good words and thinking good thoughts, everyone could play their part in the battle, everyone could be a soldier in the good god's army. The good god was symbolised by an eternal flame which the priests kept burning in the temples. These were the very same priests or magoi in the Gospel of Matthew, who came from the East to witness the birth of Jesus that had been predicted by Zarathustra, and who honoured him with gifts of gold, frankincense and myrrh.
As Daniël later realised, he was slowly but surely being drawn towards the inner circle. Until one day, after mass, the priest invited him and Mani for coffee in the sacristy.
Dutch to English: Uittreksel van: Een Romeinse Rijnaak, gevonden in Utrecht-De Meern Resultaten van het onderzoek naar de platbodem ‘De Meern 1’ Jansma, E., J. Morel (red) General field: Other Detailed field: Archaeology
Source text - Dutch Uittreksel van:
Een Romeinse Rijnaak, gevonden in Utrecht-De Meern
Resultaten van het onderzoek naar de platbodem ‘De Meern 1’
Jansma, E., J. Morel (red)
2007
Handmolen
In het achterschip is een bijzonder fraaie handmolen aangetroffen van basaltlava (tefriet); beide maalstenen zijn compleet bewaard gebleven (afb. 8.70, plaat 88).1033 Uitzonderlijk is dat ten gevolge van de goede conserveringsomstandigheden ter plekke ook vrijwel alle houten en metalen onderdelen bewaard zijn gebleven. Het feit dat het exemplaar vrijwel compleet is, duidt erop dat het schip betrekkelijk snel moet zijn vergaan.
Toen de molen werd ontdekt, zaten de boven- en ondersteen nog aan elkaar vast. Dit betekent dat beide tot dezelfde molen behoorden en verklaart ook de identieke diameter (ca. 40 cm) van de beide stenen. De bovensteen weegt 15,5 kg, de ondersteen 13,9 kg. Door langdurig gebruik, mogelijk zelfs van vele jaren, hebben beide maalstenen enkele centimeters aan hoogte ingeboet en zijn ze bovendien schuin iets afgesleten; de randhoogte varieert bij de bovensteen van 6,5 cm tot 8,5 cm en bij de ondersteen van 5,5 cm tot 7 cm. Vergelijkbare ongebruikte onderstenen zijn meestal rond 10 cm hoog, terwijl bovenstenen nog hoger zijn.
De handmolen was oorspronkelijk voorzien van een houten handvat dat met een door lood gefixeerde ijzeren kram in een uitgeboord gat was vastgezet. Het oorspronkelijke handvat is door intensief gebruik afgebroken; alleen het beschadigde gat, dat van de rand schuin tot de buitenkant van de bovensteen reikt, resteert (afb. 8.70 en plaat 88, boven). Het gat heeft de vorm van een dubbele zwaluwstaart en weerspiegelt de vorm van de ijzeren kram die met lood vastgezet was. Ter vervanging van het oorspronkelijke handvat is ca. 8 cm rechts van het beschadigde gat een nieuw gat uitgehakt voor een vervangend handvat. Dit tweede gat is kleiner dan het oorspronkelijke en het lijkt erop dat het nieuwe handvat van organisch materiaal gemaakt was, bijvoorbeeld van leer. Mogelijk werd de handmolen in deze fase niet meer met een houten handvat aangedreven maar met een ‘draaistok’; misschien werd hiervoor een dunne houten staaf gebruikt, die samen met de handmolen is aangetroffen.
Romeinse maalstenen van tefriet waren meestal al bij de verkoop op het maalvlak ruw gemaakt met parallelle groeven, die in segmenten waren aangebracht. Van deze groeven is op het exemplaar uit De Meern 1 niets bewaard gebleven, wat een extra aanwijzing is voor het relatief lange gebruik van de handmolen. Bovendien vertoont de ondersteen in het midden een kleine verdikking met een diameter die dezelfde afmeting heeft als het open ‘vulgat’ van de bovensteen. Een dergelijke verdikking ontstaat wanneer de maalvlakken door langer gebruik afslijten, terwijl het materiaal in het midden van de ondersteen – op de positie waar door de aanwezigheid van het maalgat in de bovenste steen geen slijtage plaatsvindt – bewaard blijft.
De onderdelen die beide maalstenen van de handmolen boven elkaar centreerden, zijn uitzonderlijk goed bewaard gebleven. Het centreerijzer in de bovensteen bestaat uit een ca. 3 cm brede en 0,7 cm dikke ijzeren band, die meer dan 15 cm lang was (afb. 8.70, plaat 88). De uiteinden daarvan zijn niet te zien, maar uit vergelijkbare handmolens kan worden afgeleid dat deze vrijwel haaks naar beneden geknikt werden om ze in de bovensteen te fixeren.
Het centreerijzer van De Meern 1 is, zoals gebruikelijk, met lood in twee groeven links en rechts van het maalgat in de bovensteen vastgezet. Exact in het midden van het centreerijzer, en daarmee van de handmolen zelf, is een gat gedreven met een diameter van ruim 1 cm. Het daarbij naar boven geperste ijzer is als een kleine, ca. 0,5 cm hoge ‘kraag’ blijven staan. Deze maakte een betere geleiding mogelijk van de ronde ijzeren pen (de centreerstaaf) die de bovensteen op de ondersteen centreerde. De centreerstaaf en de bevestiging daarvan in de ondersteen (afb. 8.71 en 8.72, platen 89 en 90) zijn buitengewoon doeltreffend; het centrale gat in de ondersteen heeft een diameter van ca. 3 cm en loopt naar beneden taps toe. Hierdoor werd de ronde houten plug die in dit gat was geslagen (de centreerplug) stevig gefixeerd.
(Afb. 8.70 De handmolen van het Romeinse scheepswrak De Meern 1 (tefriet). Links de ondersteen (catalogusnummer 806) en rechts de bovensteen (catalogusnummer 807). De centreerplug en de centreerstaaf (zie afb. 3 en 4) zijn uit de ondersteen verwijderd. Der bovensteen is voorzien van een huismerk, waarschijnlijk van de eigenaar. In de bovensteen zijn het centreerijzer en het fixeerlood bewaard gebleven. (Foto: RGZM, Mainz)
(Afb. 8.71 De centreerstaaf (links, lengte 16 cm, ijzer) en centreerplug (rechts, lengte 7 cm, hout) uit de ondersteen. Toen de handmolen werd ontdekt, was de centreerstaaf stevig in het gat van de ondersteen vastgezet en in de centreerplug geslagen (zie afb. 8.72). (Foto: RGZM, Mainz))
In de vierkante doorboring van de centreerplug bevond zich de onderkant van de ijzeren centreerstaaf, die in doorsnede ook vierkant was en naar het uiteinde toe puntig gesmeed.
Om het geheel te stabiliseren, is het uiteinde van de centreerstaaf licht omgebogen. De vlakke cilindrische vorm van de maalstenen komt volledig overeen met die van andere Romeinse handmolens. Dat geldt ook voor de zwak conische vorm van de maalvlakken, die bij de bovensteen concaaf en bij de ondersteen convex is. Het vulgat in de bovensteen is niet rond, maar iets ovaal.
Doordat het centreerijzer over de smalle kant van het ovaal liep, gaf deze vorm aan het vulgat een grotere opening. Dit vergemakkelijkte het vullen van de molen met graan.
b. Slijpkuip
Een 5,9 kg zware vierkante slijpkuip is gemaakt van sterk glimmerhoudende, kwartsietische zandsteen.1034 Door intensief gebruik zijn de boven- en onderkant over de gehele lengte en breedte komvormig uitgeslepen. Deze ‘kommen’ zijn in het midden respectievelijk ca. 1 en 2 cm diep. Aangezien de kuip in de nabijheid van de maalstenen werd aangetroffen, kan niet geheel worden uitgesloten dat deze bij de voedselbereiding is gebruikt, bijvoorbeeld om kruiden te malen en dergelijke. De kuip lijkt echter vooral zeer geschikt geweest te zijn voor het grovere slijpen van korte, gebogen snedes, zoals bijvoorbeeld van bijlen van Romeinse timmerlieden.1035
c. Wetstenen
Alle stenen van De Meern 1 die als wetstenen geduid kunnen worden, vertonen duidelijke gebruikssporen.1036 Ze horen derhalve tot de uitrusting van het schip en zijn geen handelswaar. Eén fragment is door het gebruik aan beide kanten als het ware gepolijst en vertoont de voor wetstenen gebruikelijke, rechthoekige dwarsdoorsnede.1037 De drie overige lange en smalle wetstenen zijn van donkere, sterk glimmerhoudende zandsteen met veel koolstofhoudende substantie. Gezien de vorm, de afmetingen van 13 tot15 cm en de steensoort vormen deze één groep. Bij alle drie is het greepeinde afgebroken; het is daarom mogelijk dat ze in ongebruikte staat ongeveer even zwaar zijn geweest. Het minst gesleten exemplaar weegt nu nog 140 gr.1038 De beide sterker gesleten stenen wegen 100 en 110 gr.1039 Twee exemplaren hebben een rechthoekige doorsnede en zijn op dezelfde wijze afgesleten.1040 Bij één van beide zijn langs de lange zijden nog fabricagesporen zichtbaar, vooral in de richting van de afgebroken greep.1041 Het gaat om schuin lopende, parallelle bundels van korte fijne groefjes die elkaar op sommige plaatsen oversnijden doordat ze deels van links en deels van rechts zijn aangebracht. Het slijpeinde is aan beide kanten echter intensief gebruikt, zodat de wetsteen daar hol geslepen is en de oorspronkelijke dikte van 1,5 cm is gereduceerd tot 1 cm. De andere wetsteen daarentegen vertoont slechts aan één kant duidelijke slijtsporen.1042 De derde wetsteen tenslotte heeft een lensvormige doorsnede en totaal andere gebruikssporen op het slijpeinde: talrijke parallelle groeven dwars op de lengterichting van de steen.1043 Met dit exemplaar vergelijkbare vondsten uit de Romeinse tijd zijn, althans in het Rijnland, niet bekend.
Translation - English Extract from:
A Roman Rhine barge, found in Utrecht-De Meern
Results of the investigation into the flatboat 'De Meern 1'
Edited by Jansma, E. and J. Morel
2007
Quern
A particularly fine quern made of basaltic lava (tephrite) was found in the stern; both millstones are completely intact. (fig. 8.70, plate 88). Unusually, because of the good preservation conditions at the location, almost all wooden and metal parts have been preserved. The fact that the specimen is almost entirely complete indicates that the ship must have sunk relatively quickly.
When the quern was discovered, the runner stone and bedstones were still together. This indicates that they both belonged to the same mill, and it also explains the identical diameter (about 40 cm) of the two stones. The runner stone weighs 15.5 kg and the bedstone 13.9 kg. Through prolonged use, possibly over many years, both millstones have lost several centimetres in height. They also have some oblique wear to the edges; the edge height varies from 6.5 cm to 8.5 cm for the top stone and from 5.5 cm to 7 cm for the bottom stone. Similar, unused bedstones are usually around 10 cm in height, while runner stones can be even taller.
The quern was originally fitted with a wooden handle. This was fastened into a drilled hole with an iron staple fixed with lead. The original handle has been broken off through intensive use; only the damaged hole, which extends obliquely from the edge to the outside of the runner stone, remains (Fig. 8.70 and plate 88, above). The hole has the shape of a double dovetail and reflects the shape of the iron staple which is fixed with lead. A new hole was drilled about 8 cm to the right of the damaged hole in order to replace the broken handle. This second hole is smaller than the original, and it appears that the new handle was made of an organic material such as leather. At this stage, it is likely that the mill was no longer driven with a wooden handle but with a 'turning stick'; this may have been a thin wooden rod which was found together with the quern.
The grinding surfaces of Roman millstones made of tephrite were usually already roughened when they were sold, with parallel furrows applied in segments. None of these furrows has survived on the mill from De Meern 1, which is further evidence that it was in use for a relatively long time. Moreover, in the middle of the bedstone is a small bulge, equal in diameter to the 'filling hole' on the runner stone. This sort of protuberance occurs when the grinding surfaces wear down through extended use, while the material in the middle of the bedstone – on the area where no wear occurs because of the presence of the milling hole in the runner stone – remains intact.
The parts which centred the quern's two milling stones on top of each other are exceptionally well preserved. The iron rynd across the eye of the runner stone has a width of approximately 3 cm, a thickness of 0.7 cm and a length of more than 15 cm (fig. 8.70, plate 88). The ends are not visible, but from similar hand mills, it can be deduced that these were bent at an angle of around ninety degrees so that they could be fixed into the runner stone.
The rynd of De Meern 1 is, as is typical, fixed with lead into the runner stone in two grooves on the left and right of the hopper hole. A hole with a diameter of at least 1 cm has been made in the very centre of the rynd, and thus in the centre of the mill itself. The iron which has been forced upwards by this remains as a small 'collar', approximately 0.5 cm in height. This allowed better guidance of the round iron pin (the shaft) that centred the top stone on the bottom stone. The shaft and its attachment in the bedstone (fig. 8.71 and 8.72, plates 89 and 90) are extremely effective; the central hole in the bedstone has a diameter of approximately 3 cm and tapers downwards. This enabled the wooden plug (the centring plug) that was hammered into this hole to be held in place very securely.
(Fig. 8.70 The quern found on the Roman shipwreck De Meern 1 (tephrite). On the left is the bedstone (catalogue number 806) and on the right is the runner stone (catalogue number 807). The centring plug and the shaft (see fig. 3 and 4) have been removed from the bedstone. The runner stone has a brand mark, probably that of the owner. The centring iron and the fixing lead have been preserved in the top stone. (Photo: RGZM, Mainz)
(Fig. 8.71 The shaft (left, length 16 cm, iron) and centring plug (right, length 7 cm, wood) from the bedstone. When the quern was discovered, the shaft was firmly fixed into the hole in the bedstone and hammered into the centring plug. (see fig. 8.72). (Photo: RGZM, Mainz))
The bottom of the square-shaped iron shaft was forged to a point. It was inserted into the perforation in the centring plug, the cross-section of which was also square.
In order to stabilise all the parts, the tip of the shaft has been slightly bent. The flat, cylindrical shape of the grinding stones is identical to that of other Roman hand mills. This also applies to the slightly conical shape of the grinding surfaces, which is concave in the running stone and convex in the bedstone. The hopper hole in the runner stone is not round but slightly oval.
The rynd went over the narrow end of the oval, allowing the hopper hole to have a larger opening. This made it easier to fill the mill with grain.
b. Grinding stone
A square-shaped grinding stone weighing 5.9 kg is made of highly micaceous, quartzite sandstone. The top and bottom have been worn into bowl shapes across the entire length and breadth through intensive use. These 'bowls' are, respectively about 1 cm and 2 cm deep at the middle. Since the stone was found in the vicinity of the millstones, it cannot be entirely ruled out that this was used in food preparation, for example, to grind herbs and the like. However, the bowl appears to be more suited to the coarser grinding of short, curved edges, such as the axes of Roman carpenters.
c. Whetstones
All the stones from De Meern 1 that can be identified as whetstones show obvious signs of use. It can therefore be assumed that they were part of the ship's inventory and not trade goods. One fragment has been polished through use on both sides and displays the square-shaped cross-section that is usual for whetstones. The other three long, narrow whetstones are of dark, highly micaceous, very carbonaceous, sandstone. It can be assumed from the shape, the dimensions of 13–15 cm and the stone type that these form a distinct group. The handle ends have been broken off from all three; it is, therefore, possible that they would have been about the same weight when new. The least worn specimen now weighs 140g. The two more heavily worn stones weigh 100g and 110g. Two specimens have a square cross-section and have been worn in the same manner. Marks made during the manufacturing process can be seen along the sides of one of them, especially towards the broken handle. These marks are slanted, parallel groups of short, fine grooves which intersect each other in places because they have been made from both the left and right. The grinding end, however, has been used extensively on both sides, so the whetstone has been worn hollow, reducing the original thickness of 1.5 cm to 1 cm. The other whetstone, on the other hand, shows obvious signs of wear on one side only. The third whetstone has a lens-shaped cross-section and completely different wear on the grinding end: many parallel furrows diagonally across the length of the stone. It is not known if there are other finds comparable with this specimen, at least in the Rhine.
Dutch to English: Extract from The Pilgrim Fathers by Jeroen Windmeijer General field: Art/Literary Detailed field: Poetry & Literature
Source text - Dutch Toen Rijsbergen en Van de Kooij de verhoorkamer betraden, zat Sven met het hoofd voorovergebogen, alsof hij in gebed was.
De ruimte was een eenvoudige kamer, niet zoals je wel in films ziet met een grote spiegel waarachter een team agenten en psychologen stond opgesteld om elke stembuiging van de verdachte te duiden. De ramen hadden draadglas, maar waren gewoon doorzichtig zodat iedereen die passeerde, kon zien dat er zich niets ongeoorloofds afspeelde.
Wél hing er hoog in een van de hoeken een camera die het verhoor opnam, een maatregel ter bescherming van zowel de verdachte als de agenten. Van niemand konden de woorden na afloop van het verhoor verdraaid worden. De interpretatie van wat er was gezegd, was weer wat anders, maar dat was voer voor de rechters en advocaten in de rechtszaal.
Eerst stelde Rijsbergen zichzelf en Van de Kooij voor en legde hij de reden uit van het gesprek dat ze gingen hebben. Nadat hij nog geïnformeerd had naar Svens studie en achtergrond, stelde hij vervolgens op rustige toon zijn eerste vraag. 'Waarom werd je nou zo zenuwachtig van mijn collega's, Sven?'
'Niets bijzonders,' zei Sven. 'Ik ben nog nooit van mijn leven met de politie in aanraking gekomen.'
'Maar dan is er toch ook juist niets aan de hand?' vroeg Rijsbergen. 'Waarom zou je dan gaan stotteren, rood worden en jezelf tegenspreken?' Dat laatste las hij voor uit het verslagje dat zijn collega's van het bezoek aan Sven hadden gemaakt.
'Of om een advocaat vragen?' voegde Van de Kooij eraan toe, een stuk ongeduldiger. 'Is er iets wat je ons wilt vertellen? We halen het toch wel uit je, dus je kunt er net zo goed direct mee voor de dag komen. We kunnen je eerst drie plus drie dagen in verzekering stellen en dan hebben we nog voorlopige hechtenis. Weet je hoelang dat is?'
Sven schudde van nee.
'Dat zijn meer dan honderdtien dagen Sven, meer dan drie maanden. Dan praat je wel, hoor. Je kunt dus net zo goed–'
'Dat is, denk ik, niet nodig, collega,' onderbrak Rijsbergen hem. 'Mij lijkt Sven een redelijke jongen, verstandig ook. Nog nooit met de politie in aanraking geweest. Natuurlijk wil hij gewoon meewerken. Hij vindt het ook afschuwelijk dat die arme meneer Zoutman omgebracht is.'
'Dáár heb ik niks mee te maken,' zei Sven aanvankelijk fel, maar het laatste woord klonk gesmoord omdat hij volschoot. 'Dáár heb ik niks mee te maken,' herhaalde hij.
Hij moest een paar keer zijn opkomende tranen wegslikken. 'Er zijn getuigen,' zei hij toen, rustiger. 'Na de voordracht vanmeneer Zoutman st onden we met een paar mensen buiten. Totdat jullie kwamen, hebben we daar een biertje staan drinken.'
'Ik geloof je, Sven,' zei Rijsbergen op vaderlijke toon. 'Ik geloof je.'
Sven ging meer rechtop zitten en glimlachte, als een student die net gehoord heeft dat hij een voldoende voor een mondeling examen heeft gehaald.
'Dank u wel,' zei hij.
'Maar dan moet je me toch nog wel even iets vertellen, Sven,' ging Rijsbergen verder. 'Je zei net: “Dáár heb ik niks mee te maken.” Dat vind ik wel interessant, toch collega?'
Van de Kooij knikte. 'Dáár heb ik niks mee te maken,' imiteerde hij op pesterige toon de stem van Sven.
Rijsbergen keek zijn collega met gefronste wenkbrauwen aan. 'Hoe dan ook, beste Sven,' zei hij. 'Met die moord hebben jij en je vriend niets te maken. Waar heb je dan wél iets mee te maken?'
Sven zakte weer onderuit.
'Wáár heb je dan wél mee te maken, Sven?' vroeg Rijsbergen.
'Denk aan die honderdtien dagen in de gevangenis, Sven,' moedigde Van de Kooij hem aan. 'Daar zitten de echt zware jongens te wachten op zo'n heerlijk snoepje als jij, hoor.'
Rijsbergen kon het niet helpen dat hij in de lach schoot. Hij tilde zijn rechterhand een stukje van de tafel om Van de Kooij het zwijgen op te leggen. 'Mijn collega heeft iets te veel Amerikaanse series gekeken ben ik bang, Sven. Maar hij heeft wel een punt. Het is beter als je gewoon openheid van zaken geeft.'
Sven bedekte zijn gezicht met beide handen, als een klein kind dat denkt daarmee onzichtbaar te worden. 'We waren ons aan het oriënteren,' zei hij uiteindelijk.
'Ah, nu komen we ergens, Sven. Dat vind ik fijn,' zei Rijsbergen. 'Waar waren jullie je precies op aan het oriënteren?'
Van de Kooij schoof de map die voor Rijsbergen op tafel lag naar zich toe. Hij pakte het plastic hoesje met daarin de plattegrond die de dag ervoor gevonden was. Vervolgens liet hij de tekening aan Sven zien. Die sloot zijn ogen, maar opende ze al snel weer.
'Heeft het hiermee te maken?' vroeg Van de Kooij.
'Ja,' gaf Sven toe. 'Ik heb die tekening gemaakt. Maar… Hoe komt u daaraan?'
'Daar kunnen we geen mededelingen over doen,' zei Van de Kooij op gewichtige toon. 'Maar interessanter, Sven, vind ik de vraag wat het voorstelt.'
'Het is een plattegrond.'
'Een plattegrond,' herhaalde Van de Kooij, alsof hij een buitenlander was die Nederlandse woordjes oefende. 'Dat zien wij ook wel.'
'Een plattegrond ja.'
'Waarom teken jij een plattegrond van het gebouw van de vrijmetselaars, Sven?' vroeg Rijsbergen vriendelijk.
Sven had het hoesje van Van de Kooij overgenomen.
'Waarom teken jij een plattegrond van het gebouw van de vrijmetselaars, Sven?' vroeg Rijsbergen nog maar een keer. 'En waarom gooi je die vervolgens weg? Dat is misschien nog wel het meest raadselachtige aan het geheel.
Translation - English When Rijsbergen and Van de Kooij entered the interview room, they found Sven sitting with his head bowed as though in prayer.
The interview room was simple, nothing like a Hollywood interrogation room – there was no large mirror concealing a team of cops and psychologists ready to analyse even the slightest change in the suspect's tone of voice. The windows were latticed with wired glass, but they were transparent enough that anyone looking in would be able to see that everything was being done by the book.
However, a camera had been installed near the ceiling in one of the corners to record interviews, a measure designed to protect both the suspect and the police. Whatever either party said in this room, there was no possibility of their words being twisted later. How those words should be interpreted was another story, one for the judges and lawyers to tell in the courtroom.
Rijsbergen introduced himself and Van de Kooij and then explained the purpose of the conversation they were about to have. He asked Sven about his degree course and his background, and then, in a gentle tone, he asked his first question. `Why were you so nervous with my colleagues, Sven?'
`No reason in particular,' Sven said. `I've never had anything to do with the police in my life.'
`But then you've got nothing to be worried about, have you?' said Rijsbergen. `What could have made you stutter, turn red and contradict yourself?', he asked, reading out the words from the report that his colleagues had written after visiting Sven.
`Or ask for a solicitor?' Van de Kooij added, much less patiently. `Is there something you want to tell us? We'll get it out of you eventually so you might as well tell us now. We can keep you in custody for three days, and then we can get an extension for another three days if we need to. And after that, we have the option of putting you on remand. Do you know how long you can be on remand for, Sven?'
Sven shook his head.
`More than a hundred and ten days, Sven. That's more than three months. I reckon that will make you talk. So you're better off –'
`I don't think that's necessary,' Rijsbergen cut in. `Sven looks like a reasonable young man to me, sensible too. Never had anything to do with the police. Of course he wants to co-operate with us. I'm sure he thinks it's awful that poor Meneer Zoutman was murdered, too.'
`I didn't have anything to do with that,' Sven said, aggressively at first, but then his emotions got the better of him, and he choked on the last word. `I didn't have anything to do with that,' he said again, swallowing hard as he gulped back his tears. `There are witnesses,' he said, calmer now. `We were outside with some other people after Meneer Zoutman's talk. We were still out there having a beer when the police came.'
`I believe you, Sven,' Rijsbergen said. His voice was warm and paternal. `I believe you.'
Sven straightened himself up and smiled, as though this was an oral exam at school, and he had just been told he had passed.
`Thank you,' he said.
`But then there's still something you need to tell me about, Sven,' Rijsbergen went on. `Just now, you said: ``I didn't have anything to do with that.'' I think that's quite interesting. Don't you, Van de Kooij?'
Van de Kooij nodded. `I didn't have anything to do with that,' he said, imitating Sven's voice mockingly.
Rijsbergen furrowed his brow and stared at his colleague. `You see, Sven, that leaves us with another question,' he said. `You and your friend weren't involved with the murder. So what were you involved with?'
Sven slumped in his chair.
`What were you involved with, Sven?' Rijsbergen asked.
`Think about those one hundred and ten days in prison, Sven' Van de Kooij said, goading him. `Some of the big guys in there would just love to get their hands on a lovely boy like you.'
Rijsbergen couldn't help laughing. He lifted his left hand up from the table a fraction to silence Van de Kooij. `I'm afraid my colleague has been watching too many American TV shows, Sven. But he does have a point. It would be better for you if you were honest with us.'
Sven buried his face in his hands, like a child hoping it would make him invisible. `We were just trying to get our bearings,' he said at last.
`Ah, now we're getting somewhere, Sven. I'm so glad,' Rijsbergen said. `And where, exactly, were you trying to get your bearings?'
Van de Kooij reached over for the file that was on the table next to Rijsbergen. He took out the plastic sleeve containing the map that had been found the previous day and showed the sketch to Sven. Sven closed his eyes but then immediately opened them again.
`Was it something to do with this?' Van de Kooij asked him.
`Yes,' Sven admitted. `I drew that. But... How did you get it?'
`We're not at liberty to reveal those details,' Van de Kooij said seriously. `But a more interesting question, Sven, is what might it be?'
`It's a map.'
`A map,' Van de Kooij repeated, like a foreigner practising his Dutch vocabulary. `We can see that.'
`Yeah, a map.'
`Why did you draw a map of the Masonic Hall, Sven?' Rijsbergen asked genially.
Sven took the map from Van de Kooij.
`Why did you draw a map of the Masonic Hall, Sven?' Rijsbergen asked again. `And why did you throw it away afterwards? That's what I find most puzzling about all of this. You make this fantastic map, really put your heart and soul into it... And then you throw it away!'
Dutch to English: RFP Service Desk system provider General field: Bus/Financial Detailed field: Telecom(munications)
Source text - Dutch Servicedesk
De Servicedesk van Company X is een zogenaamde “skilled Servicedesk”. Dit houdt in dat de medewerkers op de Servicedesk serviceaanvragen zo veel mogelijk zelf oplossen. Hiertoe worden de medewerkers getraind, gedurende de transitie, maar ook gedurende het contract op verschillende gebieden. Hieronder kunnen klant specifieke applicaties vallen, maar ook vendor trainingen of meer zachte skills zoals communicatie. In de servicelevels wordt afgesproken wat de doelstelling is voor het oplossend vermogen van de Servicedesk. Alle afspraken en service levels worden vastgelegd in de SLA. De Servicedesk medewerkers van Company X zitten fysiek op een locatie van Company X. Het voordeel van een centrale Servicedesk voor Center Parcs is de dynamische invulling op het aanbod van service requests. Tijdens een drukke periode kan zo eenvoudig extra capaciteit beschikbaar worden gesteld.
De Servicedesk van Company X neemt serviceaanvragen (incidenten, problemen, aanvraag wijziging e.d.) van de beheerders van Center Parcs in behandeling en bewaakt de voortgang.
De Servicedesk besluit of een aanvraag zelf in behandeling wordt genomen of dat deze wordt gerouteerd naar een andere oplosgroep (tweede- en derdelijns support, content beheerder, functioneel beheerder, 3e partijen). Wel blijft de Servicedesk verantwoordelijk voor bewaking en communicatie met uw medewerker.
Oplossend vermogen
Company X biedt een oplossend vermogen op de 1e lijn Servicedesk. Indien een service aanvraag direct opgelost wordt bij een eerste telefonisch contact, spreken wij van een 1e lijn oplossend vermogen. Gebruikerstevredenheid is vooral gedreven vanuit de snelheid en kwaliteit waarmee een vraag wordt beantwoord. Company X streeft er naar om het oplossend vermogen zo hoog mogelijk te houden waarbij dit minimaal > 60% ligt.
Kennis database
Bij aanvang van het contract wordt een kennisdatabase ingericht die gedurende de contractperiode wordt gevuld. Hierdoor wordt er meer kennis opgebouwd van de omgeving en de organisatie. Het oplossend vermogen van de eerste lijn zal hierdoor verder toenemen. Tevens draagt dit bij aan het inzicht in uw organisatie en de impact van incidenten in relatie tot uw bedrijfsbelang.
Translation - English Service Desk
Company X's Service Desk is a so-called "skilled service desk". This means that, as much as possible, the Service Desk employees respond to service requests themselves. To this end, employees are trained in a variety of areas, not only during the transition period but also during the contract. This might include customer-specific applications, and also vendor training or softer skills like communication. The objectives for the resolution rate of the Service Desk are agreed in the service levels. All agreements and service levels are set out in the SLA. Company X’s Service Desk staff are physically located at a Company X location. The advantage to Center Parcs of a central Server Desk is the ability to respond dynamically to a range of service requests. Extra capacity can easily be made available during busy periods.
The Company X Service Desk handles service requests from the Center Parcs managers (incidents, problems, change requests etc.) and monitors progress.
The Service Desk decides whether a request will be dealt with directly or routed to another solution group (second and third-line support, content manager, functional manager, 3rd parties). However, the Service Desk remains responsible for monitoring and communication with your employee.
Resolution rates
Company X offers resolution on the first line of the Service Desk. If a service request is immediately resolved in the first telephone call, it is referred to as a first line resolution. User satisfaction is mainly driven by the speed and quality with which a question is answered. Company X aims to keep the resolution rate as high as possible with a minimum of > 60%.
Knowledge database
At the start of the contract, a knowledge database will be set up. This will be expanded throughout the contract period, creating a growing knowledge of the environment and the organization. This will further increase the resolution rate of the first line. This also contributes to an insight into your organization and the impact of incidents in relation to your business interests.
Dutch to English: Extract from translation of Zonder Jou by Chantal and Priscilla van Gastel, commissioned by HarperCollins Holland General field: Art/Literary Detailed field: Poetry & Literature
Source text - Dutch ‘Je maakt je eigen geluk,’ concludeerde ik. Er leek een verschuiving plaats te vinden in mijn hoofd, alsof er een spelletje Tetris gaande was. Een perfect passend stukje kwam naar beneden, speelde vier rijen weg en maakte een zee van ruimte in mijn speelveld vrij. ‘Maar als iedereen zomaar doet wat hij wil, zonder aan anderen te denken…’
‘Maar dat is het nu juist: als je van iemand houdt, wil je toch het beste voor diegene? Kijk, mijn moeder stond ook niet te springen toen ik op kamers ging, maar ze wist dat ik die studie wilde doen, dus steunde ze me. Zo hoort het toch? Zou je moeder niet trots op je zijn, als je je dromen waarmaakt?’
‘Vast,’ antwoordde ik. ‘Dat is niet iets waar we het vaak over hebben.’
‘Blijkbaar had dat wel gemoeten, want ik ken je nu, wat zal het zijn, een goed kwartier? En dit is het eerste wat ter sprake komt. Dat zegt iets.’
‘Dat ik een flapuit ben.’
‘Soms is het makkelijker om met een vreemde te praten. Kijk maar naar kappers en barmannen, wat die allemaal niet te horen krijgen tijdens hun werk.’
‘Jij zou vast een goede kapper zijn.’
‘Nou, misschien wel, ja!’ Even leek hij het serieus in overweging te nemen. ‘Maar alleen als ik van al mijn klanten de vrije hand zou krijgen. Dan lijkt het me wel wat.’ Hij maakte een gebaar in de lucht, alsof hij het uithangbord al voor zich zag. ‘Kapsalon De Vrije Hand.’
‘Ik weet niet of je het heel druk zou krijgen. Denk je niet dat de meeste mensen zelf willen bepalen hoe belachelijk ze eruitzien?’
‘Wie heeft het hier over belachelijk? Met mijn onovertroffen stijlgevoel kan het niet misgaan. Zeg nou zelf…’
‘Oké, als je zo overtuigd bent van jezelf, wat zou je dan voor mij verzinnen?’ Ik keek hem verwachtingsvol aan, hem uitdagend om met iets goeds te komen.
‘Eens kijken,’ zei hij.
En dat deed hij. Lang. Daarbij boog hij zich naar me toe om met een hand het stiekje los te trekken waarmee mijn haar in een knotje op mijn hoofd gefrummeld zat. Het was artistiek bedoeld, maar in zijn ogen maakte het waarschijnlijk eerder een slonzige indruk. Hij bleef even kijken naar hoe mijn steile, bruine haar langs mijn gezicht naar beneden viel. Ik dacht niet dat ik ooit eerder zo intensief bekeken was. Ik had inmiddels spijt dat ik het hem gevraagd had.
‘Nee,’ antwoordde hij na wat een eeuwigheid leek. ‘Jou zou ik precies zo laten.’
Translation - English `You make your own happiness, ' I concluded. It seemed like my thoughts were shifting, as though a game of Tetris was going on in my head and a perfect puzzle piece had come down, cleared four rows and created acres of space in which to think. `But if everyone just did what they wanted, without thinking of anyone else...'
`But that's just it: if you love someone, you want what's best for them, don't you? Look, my mother wasn't happy when I went off to university, but she knew I wanted to do that course, so she supported me. That's how it's supposed to be, isn't it? Wouldn't your mum be proud of you if you achieved your dreams?'
`Probably,' I answered. `But that's not something we really talk about.'
`Well, it looks like you should. Because I've known you, what, fifteen minutes? And we're talking about it already. That's got to mean something.'
`That I don't know when to shut up.'
`Sometimes it's easier to talk to people you don't know. Look at what people reveal to hairdressers and barmaids.'
`You'd make a fabulous hairdresser.'
`Well now, maybe I would!' He almost looked like he was seriously considering it. `But only if my clients gave me free rein. I think I'd enjoy that.' He waved a hand in the air as though he could already see the sign over the shop. `Salon de la Carte Blanche!'
`I'm not sure you'd have many customers. Don't you think most people would prefer to decide for themselves how ridiculous they look?''
`Who said anything about ridiculous? Let's be honest, with my impeccable sense of style what could go wrong? Let's face it...'
`Okay, since you're so sure of yourself, what would you suggest for me?' I looked at him expectantly, daring him to come up with something good.
`Let me have a look at you,' he said.
And he did. For a long time. He leaned forward and reached out to remove the elastic band that was holding up my messy bun. I'd meant it to look bohemian, but in his eyes, I probably looked scruffy. He kept looking at me as my straight, brown hair fell over my shoulders. I didn't think I'd ever been stared at so intensely. I suddenly regretted asking him the question.
`No,' he answered after what felt like an eternity. `I'd leave you exactly as you are.'
More
Less
Experience
Years of experience: 4. Registered at ProZ.com: Apr 2017. Became a member: May 2018.
Born in the UK, at 22, I relocated to The Netherlands. I lived there for the next fifteen years, developing not only an excellent knowledge of the country's language but also its culture. I've translated four bestsellers for HarperCollins, and I'm a CIEP and PTC qualified proofreader too!
Keywords: Dutch, English, Native English, fiction translation, Dutch to English translation, developmental editing, proofreading, transcription English to English, transcription Dutch to English, British English, qualified proofreader