This site uses cookies.
Some of these cookies are essential to the operation of the site,
while others help to improve your experience by providing insights into how the site is being used.
For more information, please see the ProZ.com privacy policy.
This question was closed without grading. Reason: No acceptable answer
Dutch to English translations [PRO] Social Sciences - Human Resources
Dutch term or phrase:bedrijfsbevolking
From a 1940s book:
Van de in Zwolle in een bedrijf werkzame bevolking is 26.17 % werkzaam in de handel als geheel, in Meppel daarentegen 32.68 %. In Meppel is 15.54 % van de bedrijfsbevolking werkzaam in het winkelbedrijf, in Zwolle echter slechts 14.28%.
Is this simply the active population, or those not working in agriculture (non-farm payroll)? Or those employed by others?
So it would seem (assuming it means what we assumed it could mean below).
Brighton and Hove
Total workplace workers = 112,200 Live and Work in District = 84,100 In-commute from other SDNP districts = 25,000 Rest of UK = 3,100 Total incommute = 28,100 Workplace selfcontainment ratio % = 74,9
--> workplace workers (112,200) = live and work in district (84,100) + total incommute (28,100)
This is about a "bedrijfstelling" from 1930. And we see this is about the 'bedrijfsbevolking' of the municipality of Zwolle and the 'bedrijfsbevolking' of the municipality of Meppel.
And let's assume 'bedrijfsbevolking' means all the people working in these municipalities (but these people not necessarily being residents of these municipalities - after work some of them go back to Urk, for example, and return the next morning).
(Meanwhile I found, I believe, 'bedrijfsbevolking' can have 4 or 5 different meanings and, unfortunately, I haven't found a definition for what it could mean in your context.)
I found this: "Number of resident workers and workplace workers for each local authority district."
For each of the 13 local authority districts within the Hampshire Economic Area, Figure 2-3 shows the number of resident workers; the number of workplace workers; and the balance between the two. It indicates that the larger urban areas, particularly Portsmouth and Southampton, have more workplace than resident workers, with net in-commuting the clear inference.
Het zijn mensen die voor een groot bedrijf werken, dit i.t.t. mensen met een eigen zaak of boeren zoals Asker oppert. Volgens mij wilt men de importantie van de aanwezigheid van een groot bedrijf benadrukken, dat kan zijn een groot bedrijf dat in handel doet of winkels heeft. De toename van economische bedrijvigheid van de aanwezigheid van een dergelijk groot bedrijf in een bepaalde gemeente.
I'm using 'total labour force', I might add a translator's note to explain that the total work force is the resident + transient labour force. This is quite a detailed stdy of a bedrijfstelling from 1930, so knowing Dutch grondigheid it is probably a correct distinction.
Laten we aannemen dat 'bedrijfsbevolking' betekent/kan betekenen "het aantal personen dat in een bepaalde gemeente werkt" (maar personen die daar niet noodzakelijkerwijs wonen) en dat dit in de context van de vraagsteller is bedoeld.
En dat zijn zin als volgt kan worden herschreven:
In Zwolle is 26,17 % van de bedrijfsbevolking werkzaam in de handel als geheel, in Meppel daarentegen 32,68 %. In Meppel is 15,54 % van de bedrijfsbevolking werkzaam in het winkelbedrijf, in Zwolle echter slechts 14,28%.
Wat is dan de juiste vertaling van "bedrijfsbevolking"?
volgens mij, dus de mensen die ergens werken om ze te onderscheiden van de beroepsbevolking (inwonders die werken, ruim genomen). Vandaar dat het waarschijnlijk ook gebruikt wordt in bedrijfsspecifieke contexten (voor zover ik zie). Maar dat is een ander onderwerp.
Dat komt overeen met deze aanhaling (zie hieronder):
In dit geval zou je kunnen spreken van een "bedrijfsbevolking":
Asbest in een bedrijfsbevolking : een onderzoek naar het voorkomen van asbestlichaampjes en mesotheliomen op een scheepswerf en machinefabriek.
Maar in bepaalde (demografische) contexten kan het ook betekenen, het aantal mensen dat op een of andere dag in (specifieke) bedrijven werkt in een bepaalde gemeente maar niet noodzakelijkerwijs woont in die gemeente.
Zo krijg je uitspraken als:
Zo is de bedrijfsbevolking van onze gemeente groter dan de beroepsbevolking en zijn er op het industrieterrein in Genemuiden alleen al 3600 personen werkzaam.( BIRO, 2005)
De beroepsbevolking van die gemeente is mensen die officieel in die gemeente wonen (ingeschreven zijn) en daartoe worden gerekend. Een aantal daarvan kan deel uitmaken van die bedrijfsbevolking maar de grote meerderheid daarvan moet van buiten komen.
Daar kan je spreken over een bedrijfsbevolking. Philips had eigen scholen, eigen vakopleidingen, eigen sportverenigingen etc. Bij Philips kon je aan de slag als schilder, schoonmaker, bakker, vonkentrekker etc.
dus volgens Sindy's ref heb je dan de woonachtige bevolking van werkleeftijd van een bepaalde gemeente (= werkende populatie + ev. werklozen = beroepsbevolking) en de 'werkende dagpopulatie' van de gemeente (= alle mensen die daar werken, ongeacht of ze in de gemeente wonen of niet). Zoals in Brussel Centrum waar dus volgens Sindy's ref de bedrijfsbevolking ongeveer dubbel de beroepsbevolking betreft, simplistisch uitgedrukt. De grootte van de bedrijfsbevolking versus die van de beroepsbevolking hangt er allemaal vanaf of je een grote werktrekpleister hebt in die bepaalde gemeente of niet en je veel woongelegenheid hebt. Als je een industriegebied met een dorp van 1000 inwoners ernaast hebt, zal je bedrijfsbevolking volgens deze logica verveelvoudigen en je beroepsbevolking redelijk laag zijn. Een theoretisch voorbeeld, natuurlijk, maar ook waar in Westminster in Londen. Na 6 uur is het er uitgestorven, maar het krioelt er van de mensen overdag.
"In één bepaalde gemeente kan de bedrijfsbevolking groter zijn dan de beroepsbevolking."
Ja, maar dat is een vreemde uitspraak omdat de mensen die bij specifieke bedrijven werken, als dat met 'bedrijfsbevolking' wordt bedoeld, ook deel uitmaken van de beroepsbevolking...dacht ik.
Of zie ik iets over het hoofd?
Anyway.
beroepsbevolking = working population or labour force (statistically)
'bedrijfsbevolking' = ??
What is 'bedrijfsbevolking' supposed to mean exactly?
I would say that 'bedrijfsbevolking' (whatever this means exactly) is always of smaller proportions than 'beroepsbevolking' since people working with companies are also 'beroepsbevolking'.
De beroepsbevolking is een economische term, waarmee het aantal mensen in een bepaald gebied wordt aangeduid dat wil, kan en mag werken.
Let it be clear, however, that this is strange Dutch: "in een bedrijf werkzame bevolking".
It could be that they specifically refer to people who work with actual companies.
In this case rewrite:
In Zwolle is 26,17 % van de bedrijfsbevolking werkzaam in de handel als geheel, in Meppel daarentegen 32,68 %. In Meppel is 15,54 % van de bedrijfsbevolking werkzaam in het winkelbedrijf, in Zwolle echter slechts 14,28%.
De economische bijdrage van de gemeente Zwartewaterland in de regio is weliswaar niet van de omvang van de stedelijke netwerken of van de kernen met een streekfunctie, maar toch met grote betekenis. Zo is de bedrijfsbevolking van onze gemeente groter dan de beroepsbevolking en zijn er op het industrieterrein in Genemuiden alleen al 3600 personen werkzaam.( BIRO, 2005)
My entry was based on your ref link, which I am going to follow. Sorry, I got it the wrong way round; should have been bedrijfsbevolking = 'Total labour force' beroepsbevolking 'Resident labour force'
Unless there are any better ideas, I'm going to avoid 'population' because of its associations with residency
which came first, your note to my ref or the D-entry below? Anything with 'resident' wouldn't cover it as 'bedrijfsbevolking' includes commuters from other municipalities...
well I've just come across a table with different headings; 'bedrijfsbevolking werkzaam in de industrie' en 'beroepsbevolking werkzaam in de industrie' with, yes, different figures underneath :-(
For example, in the Dutch > English KudoZ forum, there are a number of Dutch translators who insist on answering every single question, in terrible English, and who give all kinds of crazy answers. The sad thing is they occasionally get one right, and thus creep up in the rankings, meaning clients will see them first when looking for a Dutch to English translator in the search thingee.
1. bevolking voor zover die een beroep (handwerk) uitoefent 1a (statistiek) alle personen die op enigerlei wijze voor eigen rekening of tegen loon of salaris werkzaamheden verrichten ten behoeve van anderen, gedurende een bep. minimum aantal uren per week 1b arbeidsaanbod
As a bit of irrelevant light relief to all this, here's Google translate doing a bit of advertising for the NS
'De ligging van Roosendaal aan de doorgaande spoorwegverbinding naar Zeeland pleit weer voor Bergen op Zoom.' = 'The location of Roosendaal on the main rail link to New Zealand advocates weather for Bergen op Zoom.'
In Zwolle is 26,17 % van de beroepsbevolking werkzaam in de handel als geheel, in Meppel daarentegen 32,68 %. In Meppel is 15,54 % van de beroepsbevolking werkzaam in het winkelbedrijf, in Zwolle echter slechts 14,28%.
Van de in Zwolle in een bedrijf werkzame bevolking is 26,17 % werkzaam in de handel als geheel, in Meppel daarentegen 32,68 %. In Meppel is 15,54 % van de bedrijfsbevolking werkzaam in het winkelbedrijf, in Zwolle echter slechts 14,28%.
in een bedrijf werkzame bevolking = bedrijfsbevolking
Van de in Zwolle in een bedrijf werkzame bevolking is 26,17 % werkzaam in de handel als geheel.
Van de in een bedrijf werkzame bevolking is 26,17 % werkzaam in de handel als geheel.
26,17 % van de 'bevolking die in een bedrijf werkzaam is', is werkzaam in de handel als geheel
"bevolking die in een bedrijf werkzaam is" is strange use of language
Yould would expect:
26,17 % van de mensen die bij een bedrijf werkzaam zijn, is werkzaam in de handel als geheel -->
Or rather:
In Zwolle is 26,17 % van de beroepsbevolking werkzaam in de handel als geheel
In Meppel is 15,54 % van de beroepsbevolking werkzaam in het winkelbedrijf
my answer is right even without having said that the word was used incorrectly. Would be my interpretation = is my interpretation. At least to a native ear.
‘Draagvlak […] Ook wordt van mensen in zittende functies vaak verwacht dat ze meedraaien in projecten, soms zelfs met behoud van reguliere taken. Projecten mogen wat meer aan promotie doen, in elke laag van de bedrijfsbevolking. Tijdig informeren en draagvlak creëren voor de uitkomst van het project.’ (http://www.managementsite.nl/31136/verandermanagement/projec... )
‘Naar de opvattingen van de SVVOV vergde de personeelsbeoordeling voorts een door onderhandelingen tot stand gekomen protocol van rechten en plichten. Het beoordslingsbeleid moest binnen het democratisch overleg haar legitimiteit ontlenen aan een wilsbesluit van de betrokken bedrijfsbevolking.’
(‘Naar de opvattingen van de SVVOV vergde de personeelsbeoordeling voorts een door onderhandelingen tot stand gekomen protocol van rechten en plichten. Het beoordslingsbeleid moest binnen het democratisch overleg haar legitmiteit ontlenen aan een wilsbesluit van de betrokken bedrijfsbevolking.’ )
I didn't ‘repeat your interpretation’. All you said was ‘working population … would be my interpretation’. You didn't say that you thought that the word had been used incorrectly, which is what my answer said. In any case, I have since removed it so feel free to enter your own answer now.
‘5. Wie zijn deelnemers aan de interne communicatie? Organisaties zijn van karakter veranderd en daarmee is de werkvloer van karakter veranderd. Wie naar de tegenwoordige samenstelling van een bedrijfsbevolking kijkt, ziet: • vast personeel •anderee vitale groepen deelnemers aan de bedrijvigheid: – tijdelijke inhuurkrachten en uitzendkrachten – tijdelijke gedetacheerde professionals – etc.’ (http://books.google.co.uk/books?id=4-ONQE1nyrYC&pg=PA39&lpg=... )
Here, e.g., it is being used to mean ‘a business population’, as Laurens mentioned above.
OK, I am now finding various different uses of the word ‘bedrijfsbevolking’ online, and so have removed my answer. I need to give this a little more thought.
OK, Richard, I added a little note to the end of my answer.
Incidentally, I think ‘bedrijfsbevolking’ might be correct, if used to mean sth like: ‘the employees within a specific company’, although this isn't what is meant here.
it is likely that a different term than 'beroepsbevolking' was used. 'Bedrijf' from 'bedrijvigheid' = industriousness/commercial activity. In that case agriculture would also be part of that.
Michael I just guessed it might mean that, seeing as if differentiates between the 'verzorgingsfunctie' of the city in respect of the countryside. In English, you would rarely call a farm 'industry', even if it is. http://en.wikipedia.org/wiki/Nonfarm_payrolls
As I said, this is from 1948, and it is a scan. It's a pretty serious tome, a PROEVE VAN EEN ECONOMISCHE HIERARCHIE, (and I might need to post a question about proeve...) The term appears 4 times! Here's another; Staat volgens de cijfers van tabel 3 Tilburg boven Breda, gerekend naar de percentages van de bedrijfsbevolking, werkzaam in de totale handel en in het winkelbedrijf wordt Tilburg (resp. 16.14 en 10.44) door Breda (resp. 19.91 en 12.15) overtroffen.
Er wordt geen rekening gehouden met de enorme adoptie bij de ZZP-er en micro-mkb’er (die toch meer dan 70 procent van de Nederlandse bedrijfsbevolking vertegenwoordigen.) http://platformelfa.nl/?mc_cid=78d265d8dd
Apparently, 'bedrijfsbevolking' refers to the population of businesses and can therefore be translated as 'business population'.
that would be the 'beroepsbevolking' (those that are eligible for work, but don't necessarily work, including the unemployed, but not the housewives I don't think). From the context in which 'bedrijfsbevolking' is used, I think it's got two potential meanings: 1. the workforce of a given company; and 2. as Edith has suggested, the working population. Maybe a Dutch Dutch native could confirm this?
Van de 42 a 43.000 personen die (inclusief Schiphol) in Haarlemmermeer werken - de bedrijfsbevolking - woont ongeveer een kwart in de gemeente en driekwart er buiten. Van de beroepsbevolking - d.w.z. de in Haarlemmermeer woonachtige beroepsbeoefenaars - (ruim 20.000 in aantal) werkt bijna de helft thans buiten de gemeente.
sindy cremer Specializes in field Native speaker of: Dutch PRO pts in category: 8
Note to reference poster
Asker: :-) I think that solves it. 'People working in the municipality' vs. 'People living and working in the municipality'
Login or register (free and only takes a few minutes) to participate in this question.
You will also have access to many other tools and opportunities designed for those who have language-related jobs
(or are passionate about them). Participation is free and the site has a strict confidentiality policy.